
Nepvisje met hartcellen (afb: Wyssinstituut Harvard)
Nepvisje met hartcellen (afb: Wyssinstituut Harvard)
Een getekende impressie van de wisselwerking tussen RNA’s (groen) en lipiden in het membraan (geel) (afb: Pryanka Oberoi)
Uit onderzoek van de TU Dresden blijkt dat vetten (lipiden) en RNA-moleculen onderling wisselwerken. De onderzoekers ontdekten ook dat en hoe de lipiden de activiteit van RNA kunnen reguleren. Die kennis zou synthetisch biologen kunnen helpen om kunstmatige biologische systemen te ontwikkelen, maar zou ook de ontwikkeling van RNA-vaccins kunnen versterken. Lees verder
Vrachtcellen die zich spoeden naar een doelwitmolecuul (afb: beeld uit filmpje van Kemkelab/UCSD)
Vaak worden (kreupel gemaakte) virussen of ook wel andere nanodeeltjes gebruikt om ‘spullen’ in cellen af te leveren, maar waarom geen cellen gebruikt (moeten de onderzoekers gedacht hebben)? Die onderzoekers van, onder meer, de universiteit van Californië in San Diego (UCSD) hebben cellen zonder kern voorzien van reeceptoren en gebruikt om bepaalde geneeskrachtige stoffen af te leveren aan beschadigd weefsel in muisjes. Dat zou effectiever zijn en minder bijwerkingen geven dan de normale toediening van medicijnen. Lees verder
Via plasmodesmata (gaatjes in wanden van plantencellen; blauw) versturen cellen in planten elkaar onderling berichten (oranje) (afb: schermafdruk van een filmpje van het CSH-lab)
Het lijkt er op dat plantencellen met elkaar communiceren via RNA-berichten. Onderzoekers ontdekten welk eiwit daarbij als postbode speelt. Die wetenschap zou mogelijkheden bieden planten sneller te laten groeien of om zich beter aan te passen aan een veranderende omgeving. Lees verder
Het adenovirus (AdV) komt in het kernporiecomplex (NPC) terecht en daar zorgt Mind bomb 1 (Mib1) voor de afbraak van de eiwitmantel van eiwit V, zodat het DNA in de kern kan worden afgelezen zonder dat de er in de cel een alarm afgaat. (afb: Michael Bauer en Alfonso Gomez-Gonzalez, UvZ)
Adenovirussen bevatten een eiwit dat hun genoom beschermt totdat die binnengedrongen zijn in de celkern van de ‘gastheer’. Daar werpen de virussen hun omhulling af en komt het virusgenoom in de celkern terecht waar het wordt gekopieerd. Dat proces is ook wezenlijk voor verschillende coronavaccins. Onderzoekers zochten uit hoe dat proces in elkaar steekt. Die kennis zou kunnen leiden tot nieuwe methoden om virussen te bestrijden, tot betere gentherapieën en ook tot nieuwe kankerbehandelingen, denken ze. Lees verder
Sikkelcellen zijn misvoormde rode bloedlichaampjes (afb: WikiMedia Commons)
Kortgeleden nog is een klinische proef met een gentherapie tegen sikkelcelanemie gestaakt omdat twee behandelde patiënten kanker kregen. Nu lees ik weer een persbericht waarin staat dat een experimentele gentherapie sikkelcelanemie geneest, althans voor een aantal jaren. Of dat dan ook de oplossing is valt nog te bezien, zeker ook omdat die genbehandeling is voorafgegaan door een chemotherapie en dat ging niet helemaal goed. Lees verder
Het centromeer van een chromosoom (afb: WikiMedia Commons)
Wat gebeurt er als vreemd DNA in een cel verschijnt? Dat onderzochten wetenschapsters rond Karen Wing Wee Yuen van de universiteit van Hongkong in embryo’s van het minuscule wormpje Caenorhabditis elegans. Ze introduceerden in die cellen een kunstmatig chromosoom en dat bleek, heel opmerkelijk, ‘vriendelijk’ behandeld te worden. Dat vreemde DNA bleek in de embryocellen van het wormpje netjes ingepakt te worden in eiwitten om chromatine te vormen, net als het eigen DNA. Lees verder
Dendrieten zonder (onder) en met SLK. De groene stippen zijn de remsynapsen. (afb: univ. van Bonn)
Het lijkt er op dat het enzym SLK invloed heeft op de ‘boomvorming’ van de uitlopers van hersencellen (dendrieten), met alle gevolgen vandien (MAGV, dus). Daardoor is de activiteit van die cellen moeilijker af te remmen. Ze lijken altijd opgewonden. Epilepsiepatiënten hebben, bijvoorbeeld minder SLK in hun hersencellen dan gezonde mensen. Lees verder
De codoncirkel te lezen van binnen naar buiten. Aan de rand is te lezen waarvoor het codon codeert. Er zijn drie stopcodons (zwarte stippen) die bij micro-organismen wel kunnen coderen voor een afwijkend aminozuur
Normaal coderen drie opeenvolgende basen (onderdeel van de DNA-bouwstenen), het zogeheten codon, voor een van de twintig aminozuren waaruit de natuurlijke eiwitten bestaan. Synthetisch biologen zijn al langer om aan die genetische code die in de natuur geldt te knutselen. Met een codon van vier basen kun je een cel andere eiwitten laten aanmaken die ons, is de mens, misschien van dienst kunnen zijn als geneesmiddelen e.d. Lees verder
Een massaspectrometer voor de bepaling van eiwitten in een cel (afb: Northeastern University)