‘Nieuwe’ genschaar zou iets kunnen betekenen voor virusdiagnoses

Cas12a2

Zo stellen Dmytrenko c.s. zich voor dat Cas12a2 (de ‘hamburgers’) functioneert (afb: Dmytrenko et. al.)

Cas9 is voor bezoekers van dit blog inmiddels een bekende. Dit van bacteriën geleende eiwit fungeert als genschaar. Daarmee kan, met nog wat andere ingrediënten, het genoom worden bewerkt. Deze genschaar is inmiddels vrij populair, maar andere bacteriestammen gebruiken andere Cas-eiwitten. Onderzoekers hebben ontdekt dat de genschaar Cas12a2 door virussen besmette cellen uit de roulatie haalt. Die eigenschap zou iets kunnen betekenen voor het stellen van diagnoses en wellicht meer dan dat. Lees verder

Methode ontwikkeld om te achterhalen wat cellen ‘uitvoeren’

10x Genomics

10xgenomics.com

Met de nieuwe methode zou met grote nauwkeurigheid zijn te bepalen wat in een weefsel de genactiviteit is van de diverse cellen en welke eiwitten er aan het werk zijn. Het een is natuurlijk gekoppeld aan het ander, maar het lijkt me voor onderzoekers erg handig, zeker als je het ‘plaatje’ ziet van zieke organen/weefsels en gezonde. Lees verder

Is het ‘overgangsorganisme’ gevonden naar de eukaryote wereld?

Lokiarchaeum ossiferumarcheon

Het gekweekte Lokiarchaeum ossiferumarcheon (afb: Thiago Rodrigues-Oliveira/Univ. van Wenen)

Een vreemd micro-organisme met tentakels zou wel eens de zogeheten Asgardmicrobe kunnen zijn, een organisme dat de overgang van de eenvoudige cellen naar complexe eukaryote cellen mogelijk zou hebben gemaakt. Overigens was er al eerder zo’n organisme gevonden, maar er bleven twijfels over de genen die aan dat Asgardorganismen werden toegeschreven.
Lees verder

Hoe de kwantumtheorie en het leven elkaar tegenkomen

Protonenoverdracht in DNA

Protonen (H-kernen) wandelen soms over de bindingen tussen de twee DNA-strengen. Dit namen de onderzoekers mee in hun kwantumchemische berekeningen (afb: Nature)

Ergens ontmoeten de kwantumwereld en het (ook mikroskopische) leven elkaar, maar ik (=as=totale leek) heb nooit geweten dat er ook kwantumbiologen zijn. Die zijn er, tenminste aan de universiteit van Surrey (Eng). Die kwamen tot de conclusie dat enzymen die verantwoordelijk zijn voor de celdeling weleens mutaties zouden kunnen veroorzaken. Oftewel: hoe kom ik van kwantum op bio en terug? Lees verder

Weer een knop om bij de CRISPR-methode aan te draaien: hoeveelheid

Programmeren van cellen

Cellen zijn te ‘programmeren’ (afb: MIT)

Onderzoekers van het MIT in Cambridge (VS) hebben voor het CRISPR-genoombewerkings-systeem een manier ontwikkeld om heel precies de aanmaak van ook synthetische eiwitten te kunnen regelen in zoogdiercellen.
Het zou volgens William Chen een heel betrouwbaar systeem zijn. “Dat is te gebruiken voor een verscheidenheid aan biomedische toepassingen in verschillende celtypen.” Hij werkt overigens tegenwoordig aan de universiteit van Zuid-Dakota. Lees verder

Hoe vinden cellen de juiste medecellen?

Rijpende eicel

Een rijpende eicel (afb: Weichselberger et.al)

Het begint allemaal met een bevruchte eicel die zich deelt in dezelfde type cellen enzovoort  totdat er verschillen optreden. Dat is het intrigerende begin van wat we vrucht of embryo noemen. Uiteindelijk groeit uit dat klontje identieke cellen een organisme met honderden verschillende celtypen. Dat is op zich al opzienbarend, maar hoe vinden de juiste celtypen elkaar en ontwikkelen die zich tot organen en andere weefsels? Onderzoeksters bekeken die ontwikkeling aan de hand van rijpende eicellen bij fruitvliegjes (een belangrijk proefdiertje of Drosophila melanogaster in het Latijn). Het schijnt iets met de onderlinge aantrekkingskracht tussen cellen te maken te hebben , concludeerden ze, waarbij het eiwit EYA een doorslaggevende rol lijkt te spelen. Lees verder

Via truc laat cel eiwitten met genintstructies binnen

RNA-splitsing

RNA-splitsing. De term splitsing (Engels splicing) is afkomstig van het splitsen van touw (om er een stuk aan te breien) (afb: WikiMedia Commons)

Onderzoekers hebben een truc bedacht om cellen zover te krijgen dat ze eiwitten met ‘geninstructies’ binnen laten via een normaal, natuurlijk proces. Daardoor maken die cellen eiwitten aan die de cel zelf niet aanmaakt door een genetische afwijking. Daarmee zou een nieuwe methode ontwikkeld zijn om genetische ziektes te lijf te gaan met gentherapieën. De onderzoekers denken dan aan ziektes als Alzheimer, sommige vormen van kanker en blindheid. Lees verder

‘Borgen’ in DNA geven methaanetende bacteriën ‘superkracht’

Jill Banfield en Ken

Jill Banfield en Ken vissen hun eigen onderzoeksmateriaal op in Californië e.o.(afb: Roy Kaltschmidt/Berkeley Lab)

‘Borgen’ zijn in wetenschapsfictie meedogenloze wezens. In de genetica zijn het, sinds kort, delen van bacterieel DNA die, onder meer (?), methaan verorberen. Die Borgen schijnen bij Methanopereden de stofwisseling te versnellen. Leuk weetje voor genetici, natuurlijk, maar er zijn ook onderzoekers die dan meteen denken dat die ‘beestjes’ onze (zelf gecreëerde) problemen kunnen helpen oplossen met het broeikasgas methaan. Lees verder

Synthetische cellen iets bijdehanter gemaakt

DNA-kanalen

Onderzoekers gebruikten kanalen van DNA om stoffen door te laten (afb: Johns Hopkinsuniversiteit)

Al sinds mensenheugnis dromen de kale apen van het scheppen van leven. Tot nog toe heeft die droom geen tastbaar resultaat opgeleverd. Sinds een jaar of twintig met het steeds verder ‘binnendringen’ van de biologische cel heeft die droom meer ‘kleur’ gekregen. We kunnen nu al hele simpele celletjes maken die wat taakjes kunnen verrichten. Nu lijkt het er op dat onderzoekers er voor het eerst (???; as) in geslaagd zijn materiaal en informatie door de celwand te (laten) transporteren. Weer een petieterig stapje op weg naar een synthetische cel die kan meten met de biologische. Lees verder

Modelproefdieren zeggen niet alles verraadt koraalgenoom

Acropora loripes

Acropora loripes (afb: KAUST)

Het lijkt er op dat een koraalsoort het essentiële aminozuur cysteïne op een andere manier maakt dan andere dieren. Dat geeft de onderzoekers aanleiding er nog maar eens op te wijzen dat waarnemingen in modelorganismen zoals fruitvliegjes en muizen niet noodzakelijkerwijs een op een geldig zijn voor andere diersoorten. Lees verder