
Door HTLV-1 aangetaste T-cel ( (afb: New York Times)

Door HTLV-1 aangetaste T-cel ( (afb: New York Times)

De ROR1-arm van het ’tweezijdige’ antilichaam (afb: Rader-lab, Scripps)
Ik heb hier al vaker de lofzang op ons vernuftige afweersysteem gezongen, maar heb misschien te weinig benadrukt dat dat ook werkt tegen kanker. Soms hebben kankercellen echter manieren gevonden om aan de dodelijke werking van dat systeem te ontkomen. Er worden allerlei manieren bedacht om dat systeem in die gevallen te reactiveren, maar de methode van het Amerikaanse Scripps-instituut heb ik, dacht ik, nog niet eerder gehoord (verbeter me als ik het fout heb). Scripps-onderzoekers hebben een ’tweezijdig’ antilichaam ontworpen dat ankert aan het ‘kankereiwit’ ROR1 en met de andere kant T-cellen er met de haren bij sleurt om hun verwoestende werk te doen (het ‘afschieten’ van kankercellen). Lees verder

Matthew Disney in zijn lab (afb: Scripps-instituut)
Om genetische afwijkingen te herstellen is de eerste gedachte om dat afwijkende gen te repareren of vervangen. Dat lijkt ook de beste methode want daarmee wordt de angel uit het probleem (de ziekte) gehaald. Onderzoekers van het Amerikaanse Scripps-instituut rond Matthew Disney denken een alternatief te hebben: het aanpakken (vernietigen) van ‘kwaadaardige’ RNA-moleculen. Daartoe ontwikkelden ze een molecuul dat de ‘kwaadaardige’ moleculen opspoort en maakten gebruik van de ‘diensten’ van een (natuurlijk) enzym, RNase L, om die foute verbindingen af te breken, net zoals dat eiwit dat doet bij een virusaanval. Lees verder

De stamcellen werden gevist uit het eigen vetweefsel van de behandelde patiënten (afb: NYT)

George Church, de ‘aartsvader’ van de synthetische biologie (afb: Harvard)
Voor lezers van dit blog mag bekend worden verondersteld dat ze weten dat het overgrote deel van het genoom bestaat uit niet-coderend DNA (nc-DNA). Het coderende deel, de genen, maken maar 2% uit van ons erfgoed. Het overgrote deel van de mutaties die worden geassocieerd met kanker komen uit dit niet-coderende deel. Het lijkt er op dat lang niet al die mutaties van belang zijn. Onderzoekers hebben nu een 200-tal nc-mutaties aangemerkt die er daadwerkelijk toe zouden doen.
Lees verder

De twee Chens in het lab (geen familie, dus) (afb: univ. van Delaware)
Onderzoekers hebben strengen DNA zo geprogrammeerd dat ze eiwitten afleverden aan cellen om genen in en uit te schakelen. Een van die methoden die worden bedacht om heel gericht zieke cellen aan te pakken, maar deze DNA-circuits hoeven zich niet te beperken tot biomedische toepassingen. Lees verder

Hpv is verantwoordelijk voor het ontstaan van baarmoederhaldskanker
Dat virussen kanker kunnen veroorzaken is geen nieuws. Zo is het menselijke papilloomvirus verantwoordelijk voor het ontstaan van baarmoederhalskanker. Virussen zijn er op gericht zich zo veel mogelijk te vermenigvuldigen en daar hebben ze het transcriptie- en translatieapparaat van hun gastheer voor nodig. Overmatige celdeling leidt tot kanker. Daarnaast manipuleren virussen ons afweersysteem. Dat schijnt nieuwe kennis te zijn die kan helpen bij het effectiever maken van kankerbestrijdende immuuntherapieën. Lees verder

De molecuulsstructuur van insuline (afb: WikiMedia Commons)
Er blijken virussen te zijn die insulineachtige stoffen produceren die actief zijn in menselijke cellen. Mogelijk dat die iets te maken hebben met het ontstaan van suikerziekte of kanker, denken de onderzoekers (dan maar meteen weer). Ze zouden echter ook beschermend kunnen werken. Kortom, er wordt veel gespeculeerd na dit onderzoek van een AMerikaans diabetescentrum. Lees verder

Delta1 en Delta4 activeren dezelfde receptor, maar de resultaten (in rood en blauw) zijn totaal verschillend (afb: Cell)
Het blijkt dat cellen er onderling een hoop op los ‘ouwehoeren’. Onderzoekers ontdekten een intercellulair communicatiesysteem dat meer boodschappen over en weer stuurt dan tot nu toe gedacht is. Dat deden ze door de signalen in tijd te variëren. De onderzoekers hebben het dan over een ‘dynamische woordenschat voor de taal van de celcommunicatie’. Klinkt dat niet poëtisch (bijna)?