Stamcellen van ouderen net zo bruikbaar als van embryo’s

Shinja Yamanaka, de 'vader' van de pluripotente stamcel

Shinja Yamanaka, de ‘vader’ van de pluripotente stamcel

De leeftijd van de donor schijnt geen invloed te hebben op de effectiviteit van geïnduceerde pluripotente stamcellen die worden ‘gewonnen’ uit gerijpte cellen, vaak huidcellen. Niet alleen zijn de verouderingsverschijnselen van de gerijpte cellen verdwenen in de pluripotente stamcellen, maar het maakt ook niet uit of de celdonor jong of oud is als het gaat om de differentiëring in gerijpte cellen met een specifieke functie. Pluripotente stamcellen zouden een volwaardig alternatief zijn voor embryonale stamcellen, of eigenlijk kunnen zijn, want er valt nog meer uit te zoeken. Lees verder

NAS-rapport zet genoombewerking embryo op een kier

Een menselijke embryo met acht cellen

Een menselijke embryo

De dag dat het DNA van geslachtscellen als klinische handeling zal worden veranderd komt steeds dichterbij. Sommigen zien die dag met angst en beven naderen, anderen kunnen er niet op wachten. De discussie of het wenselijk is het DNA van geslachtscellen te veranderen, waarmee de erfelijkheid ‘definitief’ verandert, is hier in Europa nog nauwelijks van de grond gekomen. Interesseert het de mensen niet of zijn ze allemaal hartstikke voor? Het is natuurlijk ook mogelijk dat ze geen idee hebben wat er gaande is. In Amerika heeft een commissie van  de nationale academie van wetenschappen (NAS) zich over de kwestie gebogen en het licht op ‘oranje’ gezet: het ‘repareren’ van ernstige, erfelijke afwijkingen onder strikt toezicht acht zij ethisch aanvaardbaar. Lees verder

Geslachtscellen niet meer nodig om baby’s te maken (?)

Zaadcel uit het lab

Een in het lab ‘gefabriceerde’ zaadcel (foto: Marie-Hélène Perrard, CNRS/Kallistem)

Als je uit huidcellen stamcellen kunt maken, dan moet het ook mogelijk zijn om daaruit geslachtscellen (gameten) te maken. Drie deskundigen speculeren al over de mogelijkheid van in vitro gametogenese (ivg), oftewel het in een reageerbuis maken van geslachtscellen uit, bijvoorbeeld, huidcellen. Bij muisjes wordt daar al onderzoek naar gedaan. De vraag is natuurlijk: waarom zou je dat doen? Het antwoord is dan meestal om mensen te helpen die geen kinderen kunnen krijgen. Het drietal vindt het tijd voor een stevig, publiek debat. Lees verder

Volledig nieuw menselijk genoom in de maak?

DNA-wenteltrapVorige week troffen 130 deskundigen elkaar op de geneeskundefaculteit van de Harvard-universiteit om te praten over het ontwikkelen van grote DNA-moleculen vanaf het nulpunt. Het was een groep van wetenschappers, juristen, ethici, ingenieurs en overheidsvertegenwoordigers, waar journalisten en andere niet-genomisten niet welkom waren. Ook werden er geen officiële mededelingen gedaan, maar het Britse blad New Scientist wist toch het een en ander op te vangen. De bijeenkomst zou zijn gepland in verband met het opzetten van een groot internationaal onderzoeksproject dat als doel heeft een geheel nieuw menselijk genoom te bouwen (vanaf niks). Lees verder

Muis met hersencellen mens is ‘slimmer’

Stercel

Een stercel (astrocyt) en een neuron

Muizen met menselijke hersencellen, de zogeheten glia- of lijmcellen, lijken slimmer te worden, zo constateerden onderzoekers van de universiteit van Rochester (VS). “Het is nog steeds een muizenbrein”, zegt onderzoeker Steve Goldman, “maar alle niet-neurale cellen zijn menselijke cellen.” Lees verder

“Ik wil een kind zonder sproeten dat heel sportief is”

23andMe

Een schermafdruk van de webstek van 23andMe

Tja, dat zat er natuurlijk dik in: als er iets kan, dan zal het vroeg of laat (meestal vroeg) ook gebeuren ook.  Als we weten aan welke genetische knoppen we moeten draaien, om, zeg maar wat, sproeten bij ons nageslacht te voorkomen, dan zal er op een dag een bedrijf zijn dat je daarbij behulpzaam is. Het Amerikaanse bedrijf 23andMe (van de 23 chromosomenparen die mensen hebben) is nog niet zo ver, maar heeft al weer in 2008 een patent verkregen voor een systeem waarmee ouders de eigenschappen van hun nageslacht kunnen ‘uitzoeken’: van ziektes tot de kleur haar en al of niet sproeten; het spookbeeld van de Heerlijke Nieuwe Wereld (Brave New World) van Aldous Huxley. Het bedrijf ontkent daar plannen voor te hebben, zo meldt het wetenschapsblad Science. Ondertussen heeft het Amerikaanse bedrijf Genepeeks een dienst in het leven geroepen, dat juist dat doet wat 23andMe zegt niet te zullen doen. <!–more–

“Toen we het systeem introduceerden en deponeerden bij het Amerikaanse octrooibureau, waren er wel gedachten dat het zou kunnen helpen in vruchtbaarheidsklinieken”, zei een woordvoerster tegen het blad. “Maar we zijn er niet op door gegaan en hebben ook geen plannen.”  Het octrooi, in december 2008 geregistreerd onder nummer 8543339, beschrijft een technologie waarmee, op basis van de wensen van de ouders (klanten), wordt berekend wat de uitkomst zou kunnen zijn van een combinatie van zaad en cel en welke combinatie de grootste kans geeft op het gewenste resultaat. Daar komt dan zo iets uit als: als U meneer M met mevrouw V copuleert, dan hebt u de meeste kans om sproetloze kinderen te krijgen.
Op de lijst met de te beoordelen eigenschappen staan zaken als lengte, gewicht, haarkleur, kans op darmkanker, verwachte levensduur, verwachte gezondheidskosten en sportieve vaardigheden, maar ook de kans op Alzheimer, hoe het geheugen zal zijn en hoe de borstvorm; alles bij elkaar zo’n  240 eigenschappen.

23andMe-vragenlijst

Een deel van de vragenlijst (afb: Amerikaans octrooibureau)

In feite heeft het 23andMe-systeem wel iets van de genetische pre-implantatiediagnose, waarbij de genenkaart van een vrucht is gemaakt alvorens die in de baarmoeder geïmplanteerd wordt, zoals bij dat bij de Amerikaanse baby Connor is gebeurd, maar daarbij ging en gaat het om het voorkomen van een erfelijke ziekte. Volgens Science wordt die methode ook wel gebruikt voor het bepalen van het geslacht. Het selecteren op uiterlijke en minder uiterlijke kenmerken is in een aantal landen zelfs verboden. Plannen van de Amerikaanse vruchtbaarheidsarts Jeffrey Steinberg in 2009 om de kleur van het haar en de ogen van de boreling vooraf te bepalen sneefden door de openbare verontwaardiging. Sommige aanstaande moeders laten bij reageerbuisbevruchting, in Nederland komen er jaarlijks zo’n 5000 ivf-babys bij, genetisch onderzoek doen, maar dat is vaak vrij grof. Dergelijk onderzoek zou de genetische oorsprong van ziektes missen die niet uit de familiegeschiedenis naar voren komen. Dat pretendeert 23andMe wel te kunnen aangeven, naast allerhande extra informatie over uiterlijk en innerlijk van de baby-in-aanleg.
Wat het bedrijf ook moge zeggen, het is uiterst onwaarschijnlijk dat zijn voorspelsysteem niet daarvoor gebruikt zal worden waarvoor het zegt het niet te zullen gebruiken. De genetische pre-implantatiediagnose is nu alleen van belang voor ouders die zijn aangewezen op ivf, maar het systeem van 23andMe is ook interessant voor andere, aanstaande, ouders: hoe zou mijn kind er uit gaan zien en wat wacht hem/haar in zijn/haar leven?
Hoewel de weerzin tegen ‘ontwerpbabys’ nog sterk is, lijkt het niet moeilijk te voorspellen dat die weerzin langzaamaan zal tanen. Is het kiezen van een intelligente nakomeling weerzinwekkender dan het kiezen van een goed opleiding voor een kind?, is dan de vraag. En hoe erg is het als ik een kind met blauwe ogen wil? 23andMe stelt dat we ons geen zorgen hoeven maken. Het bedrijf heeft al een Erfelijkheidsberekenaar, maar die is lang niet zo uitgebreid als het nieuwe systeem. Nog niet, misschien, maar dan toch wel in de nabije toekomst.
Voor critici is er misschien nog een troost: het erfgoed blijkt steeds maar weer ingewikkelder dan bedacht. Toen het patent in 2008 werd gedeponeerd was alom de verwachting dat binnen niet al te lange tijd direct uit het DNA, of beter gezegd de DNA-combinatie, het ‘eindproduct’ zou kunnen worden afgelezen. Dat valt een beetje tegen. Zaken waar het om gaat, zoals intelligentie, karakter en het al of niet krijgen van chronische ziektes zijn nog steeds lastig tot niet te bepalen. Zelfs over zo iets ‘simpels’ als lengte, een onderwerp dat door vele genetici is bestudeerd, valt niets met zekerheid te zeggen, omdat die maar deels bepaald wordt door de genen.
Een goede stelregel is volgens Tom Murray, die behulpzaam is geweest bij het ethisch onderzoek rond het humaangenoomproject, is dat de kracht van de voorspelling omgekeerd evenredig is met het belang van het voorspelde.  Een mens bestaat uit (veel) meer dan zijn genen.

Bron: Science