Ebolavirus geremd (in celkweken)

Zo dringt het ebolavirus de cel binnen

Zo dringt het ebolavirus de cel binnen (afb: Albert Einstein College)

Nog  niet zo heel lang geleden werd met schrik naar het onbestrijdbare ebolavirus gekeken, maar inmiddels lijken er nu zo links en rechts wat middelen aan te komen die het virus zo niet een halt kunnen toeroepen dan toch kunnen afremmen. In Denemarken schijnt dat laatste onderzoekers gelukt te zijn. Dat gebeurde weliswaar in celkweken, maar dat is toch een beginnetje. Daar hebben ze maar een enkel, ‘simpel’ enzym voor nodig gehad (of eigenlijk juist niet).
Lees verder

Wat is het geheim van de ribbensalamander?

Ribbensalamanders hebben een enorm genoom en regeneratievermogen

Ribbensalamanders (afb: WikiMedia Commons)

Als er over het herstelvermogen van weefsels gesproken wordt dan kijken mensen met afgunst naar reptielachtigen zoals hagedissen. Die kunnen zo weer een hele nieuwe staart laten aangroeien, terwijl het regeneratievermogen van mensen nogal beperkt is. Nu hebben onderzoekers van het Karolinska-instituut in Zweden het enorme genoom (zes keer zo groot als dat van de mens) van een salamandersoort, de ribbensalamander, uitgelezen. Daarbij hebben zij een hele familie van genen gevonden die die salamanders in staat stellen zelfs weer hele lichaamsdelen te laten aangroeien (daar moet ik overigens niet aan denken…). Daarnaast ontdekten ze micro-RNA-moleculen in de salamander, die normaal bij zoogdieren alleen voorkomen in embryonale stamcellen of in kankercellen. Stof voor veel nader onderzoek. Lees verder

Hoe maak je van pluripotente totipotente stamcellen?

Eicel met zaadcellen

Een bevruchte eicel is totipotent.

Van pluripotente stamcellen kun veel verschillende celtypen maken, maar mooier is natuurlijk om totipotente stamcellen te maken, waarmee je alle celtypen in een organismen kunt maken. Onderzoekers van, onder meer, het Helmholtzcentrum in Duitsland schijnen nu een idee te hebben hoe die pluripotente stamcellen worden omgeprogrammeerd tot totipotente stamcellen. Lees verder

Springende genen beïnvloeden functies van genen

Springende genen of transposons

Transposons kunnen overspringen of zichzelf kopiëren en elders in het DNA-molecuul inbouwen

Springende genen, ook wel transposons genoemd, zijn jaren lang als ’troep’ beschouwd en door onderzoekers veronachtzaamd.  Toch maken die van plaats wisselende ‘genen’ een belangrijk deel van DNA uit: bij mensen zo’n 50%, bij sommige planten zelfs 85%. Transposons hebben invloed op de activiteit van nabije genen. Promovendus Raúl Castaneras van de universiteit van Navarra (Sp) was daarbij vooral geïnteresseerd in het effect daarvan op de productie van eiwitten in commercieel interessante schimmels en paddestoelen.
Lees verder

Begon het leven toch niet in een RNA-wereld?

Charles Carter en de oorsprong van het leven

Charles Carter: …een RNA/peptide-wereld…?

Zo’n viermiljard jaar geleden zouden de eerste voorlopers van wat we nu biomoleculen noemen zijn opgedoken in de aardse oersoep. Hoe die eruit zagen is een nog immer voortwoekerende discussie, maar wetenschappers vinden dat die moleculen op zijn minst twee belangrijke eigenschappen moesten hebben: ze moesten informatie kunnen opslaan en ze moesten reacties kunnen katalyseren. In de moderne cel worden die functies achtereenvolgens uitgevoerd door DNA en de eiwitten, maar in die oertijden zou RNA die hebben gecombineerd. De theorie van de RNA-wereld werd al in de jaren 60 ontwikkeld  en krijgt ook de meeste wetenschappelijke steun, maar recente artikelen in Biosystems en Molecular Biology and Evolution zaaien weer twijfel over de houdbaarheid van die verklaring van het ontstaan van leven. Lees verder

Synthetische eiwitten beloven nieuwe mogelijkheden

Retrovirus

Een (retro)virus dat, ontdaan van DNA, dienst doet als ‘voertuig’ bij gentherapie. De synthetische nucelocapsiden zijn minder problematisch dan virussen

Onderzoekers van, onder meer, de universiteit van Washington en Harvard hebben door de computer ontworpen eiwitten gemaakt die hun eigen genetisch materiaal vervoeren. Het is het idee dat deze niet-natuurlijke (synthetische) eiwitten ingewikkelde functies zouden kunnen uitvoeren in complexe omgeving net als de natuurlijke (maar dan anders).  Lees verder

Bloederziekte valt waarschijnlijk te genezen met gentherapie

Bloederziekte (hemofile A)

Lijders aan de bloederziekte hemofilie A hebben geen gen dat codeert voor stollingsfactor VIII

Onderzoekers in Groot-Brittannië denken dat gentherapie genezing van de bloederziekte (hemofilie A) mogelijk maaakt. Lijders aan die ziekte, voornamelijk mannen, missen een gen dat codeert voor stollingsfactor VIII, waardoor hun bloed niet stolt. Dertienkunnen patiënten kregen een genbehandeling en hoefden niet meer voor de ziekte behandeld te worden. Lees verder

Oorzaak ziekte van Huntington zou zijn gevonden

Hersens van een HuntingtonpatiëntVolgens, voornamelijk, Engelse en Australische onderzoekers leiden toxische opeenhopingen van ureum in de hersens tot schade en, uiteindelijk de ziekte van Huntington, een vorm van dementie. De ziekte is erfelijk en er bestaat geen genezing voor. Lees verder

Stamceltransplantatie is niet zonder gevaren

Transplantatiearts Leslie Kean

Leslie Kean

Stamceltransplantatie is niet zonder gevaar, zeker als het niet om eigen stamcellen gaat. Het afweersysteem van de patiënt kan in opstand komen met mogelijke ernstige gevolgen. Een medicijn dat gebruikt wordt tegen reuma, abatacept (orencia) , zou dat gevaar vrijwel geheel teniet doen, maakten onderzoekers van het Seattle-kinderziekenhuis aannemelijk in een onderzoek bij kinderen en volwassenen die werden behandeld voor kanker en bloedaandoeningen.
De resultaten van een fase 2 klinisch onderzoek werden gepresenteerd op de 59ste bijeenkomst van de Amerikaanse hematologievereniging. De behandelde patiënten kregen bloedstamcellen van donoren geimplanteerd.<!-more–>

De ’transplantatieziekte’ kan dodelijk zijn. Het kan zijn dat de gedoneerde afweercellen (T-cellen) in de aanval gaan tegen de organen van de patiënt. Vooral als de donor niet verwant is met de patiënt kan een milde tot ernstige vorm van de tranplantatieziekte wel 80% van de ontvangers treffen, waarbij de helft sterft.

“Gegeven de ernstige dreiging van de transplantatieziekte moeten er wegen gezocht worden om stamceltransplantaties veiliger te maken”, zegt Leslie Kean van kankeronderzoekscentrum van het kinderziekenhuis in Seattle. “Zulke goede resultaten voor patiënten met zulke hoge risico’s is zeer bemoedigend.”
Kean kwam op de gedachte om abatacept uit te proberen om de transplantatieziekte te voorkomen na het succes van een immuunbehandeling bij reumapatiënten. Daarbij remt abatacept de activering van de T-cellen, waarmee een serie vervolgreacties wordt voorkomen die kunnen leiden tot ernstige gewrichtsontstekingen. Dat zou het paard achter de wagen spannen.
Haalbaarheidsstudies toonden Kean dat het middel de activering van T-effector-cellen na een transplantatie afremt.
“Bij het voorkomen van de transplantatieziekte heb je te maken het delicatie evenwicht tussen de overactieve T-effectorcelen en de noodzakelijke T-regelcellen.”

Niet verwant

Patiënten die hun stamcellen kregen van niet verwante donoren kregen vier verschillende doses abatacept met een calcineurineremmer en methotrexaat. Als controlegroep gebruikten de onderzoekers gegevens uit een nationaal bestand van verwante donoren/patiënten die of calcineremmer (CNR) en methorexaat (MTX) of deze twee stoffen kregen plus antithymocytenglobuline (+ATG) kregen toegediend. Op die manier krijg je een soort vergelijking tussen een verwante en een onverwante transplantatie.

Honderd dagen na de tranplantatie kreeg 3% van de abatacept de ernstige vorm van de transplantatieziekte. Uit de paiëntengegevens van de databank was dat percentage 32 voor patiënten die twee medicijnen kregen (CNR/MTX) en 22 voor patiënten die daarbij ook nog antithymocytenglobuline (+ATG) kregen. Volgens de onderzoekers herstelde bij de patiënten die abatacept kregen het afweersysteem netjes, terwijl er geen onvoorziene ontstekingen optraden en de transplantatieziekte ook niet later de kop opstak.
Ook een jaar na de transplantatie bleven de cijfers gunstig, stellen de onderzoekers. 79% van de abataceptpatiënten werd niet door ziekte getroffen, tegen 50% bij de CNI/MTX-patiënten en 63% bij de +ATG-patiënten.
Onlangs begonnen de onderzoekers een tweede proef af met 140 patiënten die afweercellen kregen van een onverwante donor. Dit is wel een dubbelblind onderzoek. Kean: “Als transplantatiechirurg is het moeilijk aan te zien hoe een leukemiepatiënt daarvan geneest door een beenmergtransplantatie maar een ernstige acute transplantatieziekte ontwikkelt. Dat we daar nu iets tegen hebben is een belangrijke stap vooruit voor stamceltransplantaties.”

Bron: EurekAlert