Gericht gaatjes prikken in cellen

Injecteren van een kleurstof in de cel met behulp van nanoelektroporatie. Uit Nano Letters. Copyright 2013 American Chemical Society.
Injecteren van een kleurstof in de cel met behulp van nanoelektroporatie (Nano Letters, copyright 2013 ACS.

Voor onderzoek aan cellen is het vaak nodig gaatjes in cellen te prikken waardoor de onderzoeker allerlei moleculen de cel in kan ‘smokkelen’. Dat prikken van gaatjes, dat gaat met behulp van elektrische ontladingen, gebeurt echter nogal willekeurig en de celsterfte is groot omdat alle cellen aan die wat genoemd wordt elektrop(erf)oratie worden blootgesteld. Aan de Amerikaanse Northwestern-universiteit is een veel verfijndere techniek ontwikkeld die de gaatjes in één bepaalde (deel van de) cel maakt, de nanoelektroporatie. Daardoor zijn onderzoekers in staat zeer nauwkeurig te regelen wanneer hoeveel van een bepaalde stof in de cel terechtkomt. “Daarmee”, zegt onderzoeker Horacio Espinosa, “kun je veel beter onderzoek doen naar de effecten van doseringen van verschillende medicijnen met als uiteindelijk doel de gepersonifieerde behandeling.”
Het feitelijke apparaatje, is een microchip met tipjes (zoals de punt van een atoomkrachtmicroscoop), waardoor microkanaaltjes lopen. Via die kanaaltjes wordt de beoogde stof in de cel gebracht. Het chipje kan worden gemanipuleerd door een micromanipulator of door die atoomkrachtmiscroscoop. Het hele proces van perforeren en injecteren kan in de gaten worden gehouden door een optische microscoop. De techniek, aangeduid met het letterwoord NFP-E, blijkt betrouwbaar en flexibel, zo zeggen de onderzoekers. Er kan van alles mee in een cel gebracht worden: eiwitten, polysacchariden (suikers), stukjes DNA en plasmiden.

Bron: ScienceDaily

 

Gouden EMBO-medaille voor Thijn Brummelkamp

Thijn Brummelkamp, onderzoeker aan het Nederlands Kankerinstituut, waar hij sedert 2011 werkzaam is, heeft vandaag de gouden medaille gekregen van de Europese organisatie voor moleculair biologisch onderzoek (EMBO) voor zijn onderzoek naar genen die betrokken zijn bij ziekten.
Brummelkamp ontwikkelde in 2002 een goedkope methode om, met behulp van RNA-interferentie, grote aantallen genen permanent te inactiveren. Hij ontwikkelde daartoe een korte haardspeldachtige RNA-vector (pSUPER), die de vorming van kleine RNAi-moleculen (de i is van interferentie) in zoogdiercellen stuurt. De methode wordt tegenwoordig in veel laboratoria toegepast en geeft onderzoekers de mogelijkheid gedetailleerde informatie te krijgen over de functie en rol van bepaalde genen in ziekten zoals kanker.
Gouden EMBO-medaille voor Thijn Brummelkamp Brummelkamp en zijn medewerkers onderzoeken ook hoe virussen en bacteriën zich een weg banen in cellen, waarbij ze er achter proberen te komen welke eiwitten verantwoordelijk zijn voor het ‘binnenlaten’ van de ziekteverwekkers in de cel. Uit dit onderzoek kwam, onder meer, naar voren dat het beruchte Ebola-virus daarbij gebruik maakt van een eiwit dat dienst doet als ‘vrachtwagen’ voor cholesterol. Met dit onderzoek is het mogelijk bepaalde bacteriële en virale infecties beter (want gerichter) te bestrijden.
Alom wordt de prijswinnaar lof toegezwaaid. “Van hem verwacht ik dat hij ook de komende jaren belangrijke ontdekkingen doet in de moleculaire biologie”, stelde Piet Borst van het NKI, tevens EMBO-lid, in zijn aanbevelingsbrief. In 2005 was Brummelkamp door het blad Technology Review van het befaamde Amerikaanse onderzoeksinstituut MIT uitverkoren tot topinnovator. Al eerder waren hem andere onderzoeksprijzen ten deel gevallen. De gouden medaille zal, met het prijzengeld van € 10 000, aan hem worden overhandigd op 22 september op een EMBO-bijeenkomst in Amsterdam.

Bron: EMBO

Bacterie levert ‘superlijm’ (als kankerceldetector)

Een eiwit dat door een vleesetende bacterie wordt gemaakt is door onderzoekers van de universiteit van Oxford (Engeland) gekraakt tot ‘superlijm’, die dienst zou gaan doen als ziektebestrijder, zo viel tijdens het 245ste congres van de Amerikaanse vereniging van chemici (ACS) te beluisteren. Met het eiwit besmet de bacterie in kwestie (Streptococcus pyogenes) andere cellen. De bacterie kan de zeldzame vleeseetziekte oftewel necrotiserende faciitis veroorzaken, die wordt gekenmerkt door moeilijk genezende ontstekingen. Volgens onderzoeker Mark Howarth was de lijm zo sterk dat de opstelling waarmee die sterkte gemeten moest worden kapot ging. Het eiwit heeft allerlei prettige eigenschappen. Het is bestand tegen hoge en lage temperaturen, tegen zuren en werkt snel. Het is het idee om met dit eiwit andere eiwitten te vangen om zo een rol te kunnen spelen bij het vroeg detecteren van kankercellen in het bloed.
De vleesetende bacterie Spy
Door het bewuste FbaB-eiwit in twee stukken te breken (een groot, een eiwit, en een klein, een peptide) ontstonden de twee basiscomponenten van de ‘lijm’. Het peptide werd SpyTag gedoopt de grote brok Spycatcher; Spy is de afko van de naam van de bacterie. Bij elkaar worden de ‘Spy’s’ de genoemde superlijm. De beide brokstukken van het FbaB-eiwit hechten aan miljoenen eiwitten. Howarth en zijn medewerkers gaan kijken of de ‘Spy’s’ van nut kunnen zijn bij het detecteren van rondzwervende tumorcellen. Tumoren ‘zaaien’ die cellen in het bloed, waardoor kankercellen zich door het lichaam verspreiden en elders dienen als kanker’haarden’.
De Spy-aanpak zou een grotere flexibiliteit hebben dan andere moleculaire lijmen, denkt Howarth. “Die flexibiliteit biedt ons verschillende manieren om eiwitten te merken en geeft ons de mogelijkheid eiwitten te detecteren voor diagnostische tests.” De onderzoekers werken samen met het Oxfordse transferbedrijf Isis Innovation om gegadigden te zoeken die geïnteresseerd zijn in toepassingen van de superlijm.

Bron: Eurekalert