‘Zwervend’ RNA effectief wapen voor schimmel, maar in de mens?

RNA-vesikels

De RNA-vesikels (groen) zijn opgenomen in een afweercel (dendritische cel), zo liet onderzoek aan de VUMC zien. De rode stip is de kern van de cel. (foto: D.M.Pegtel)

Het moet toch niet gekker worden. Het erfelijkheidsmolecuul DNA en zijn ‘afdruk’ RNA horen in een cel. Zo heb ik het geleerd en zo hoort het ook. Toch constateren onderzoekers al tientallen jaren dat ook buiten de cellen in het lichaam DNA- en RNA-moleculen rondzwerven. Waarom dat is, is, zoals veel in het leven, een mysterie. Recent onderzoek lijkt er op te wijzen dat ‘rondzwervend’ RNA een soort boodschapper is tussen verschillende weefsels van een organisme maar soms zelfs daarbuiten. Sterker nog een bepaald schimmel gebruikt zijn eigen RNA om het afweersysteem van planten het zwijgen op te leggen. Ook in mensen zwerft RNA in een soort ‘scheepjes’. Waarom? Ook bij wijze van communicatie? In de VS is door het NIH een apart onderzoeksproject opgezet om daar achter te komen.

Lees verder

Deling Dode Zee-archaeon lijkt op die van kankercellen

Leven, ik heb het al vaker opgemerkt, is een vreemd fenomeen. Het is nog steeds totaal duister waaraan een systeem moet voldoen om ‘leven(d)’ te worden. Onderzoekers van de Britse universiteit van Nottingham hebben een tamelijk minimale vorm van leven ontdekt, die onder moeilijke omstandigheden blijkt te kunnen standhouden en die zich op een vreemde manier voortplant. Het gaat om het archaeon Haloferax volcanii, die is aangetroffen in de onbarmhartige want uiterst zoute Dode Zee.

Haloferax volcanii

Haloferax volcanii

Lees verder

Paleontoloog zegt te weten hoe leven ontstond

Vroege aarde

Meteorietenregen op vroege aarde (afb.: techn.univ. van Texas)

Leven is één groot raadsel. Niemand kan een sluitende definitie geven van wat leven is en er zijn talloze speculaties over hoe het hier op aarde is ontstaan, maar niemand weet hoe het precies is gebeurd. Nu is er weer een eigenwijze paleontoloog van Indiase afkomst die doceert aan de technische universiteit van Texas die weet hoe leven ontstond. Sankar Chatterjee, zo heet die paleontoloog, heeft waarschijnlijk de zoveelste onbewezen versie, maar dat houdt het debat levendig. Hij doet zijn verhaal op een geologische bijeenkomst in Denver op 30 oktober. Lees verder

Nieuw genoom ‘geschreven’ voor E. coli

Eiwitproductie

Via boodschapper-RNA worden stukjes DNA in het ribosoom omgezet in eiwitten (afb.: vib.be)

Het is al weer een paar jaar geleden (2010) dat Hamilton Smith en zijn mede-werkers van het Venter-instituut het erfgoed (DNA) van een bacterie (Mycoplas-ma mycoides) hebben ‘nagebouwd’, met wat eigen grapjes er in (stukjes tekst uit het boek Ulysses van James Joyce). Nu schijnen onderzoekers er bij de universiteiten van Harvard en Yale (VS) in geslaagd te zijn het genoom van een bacterie (een E. coli) helemaal te herschrijven, waardoor die ongevoelig is geworden voor virussen. “Dit is de eerste keer dat de genetische code fundamenteel is veranderd”, stelt onderzoeker Farren Isaacs, moleculair bioloog bij Yale. “Door een organisme met een nieuwe genetische code te maken hebben we de mogelijkheden biologische functies aan te passen aanzienlijk uitgebreid.” Het lijkt op het begin van een tijdperk.
Lees verder

E. coli ingezet in strijd tegen antibioticaresistentie

Vooral in de VS maken ze zich grote zorgen over de steeds wijder verbreide resistentie van allerlei bacteriën voor antibiotica, die, hoogstwaarschijnlijk, is veroorzaakt door een al te ruimhartig gebruik. Dus moet je naar andere wegen zoeken om te voorkomen dat mensen aan de eerste beste longontsteking overlijden. Onderzoekers van de universiteit van Singapore hebben, bij het oplossen van dat probleem, met succes de hulp ingeroepen van E. coli-bacteriën, zij het een tikje aangepast. Overigens zochten de onderzoekers vooral naar een oplossing voor de bestrijding van bacteriën die zich ‘afschermen’ door een biofilm, maar ook de zorgen om de toenemende resistentie speelden een rol bij de onderzoeksopzet.

De antibacteriële E. coli's

Een schema van de werking uit het blad  ACS Synthetic Biology

Lees verder

Zeldzame ‘woorden’ in genen poken eiwitproductie op

Zeldzame codons

Genen met meer zeldzame ‘woorden’ (=codons) in het begin, produceren meer eiwit (groen) dan zonder (rood) (foto: Harvard-universiteit)

Het klinkt simpel: je knutselt wat aan de genen van een bacterie en húp het beestje maakt, om maar wat te noemen, dieselolie. Elk jaar zijn er heel wat dit soort ‘doorbraken’ te melden (ik blijf zelf niet achter). Zo simpel als het klinkt is het meestal niet (dat geldt eigenlijk voor bijna alles in de wetenschap). Dat dieselproducerende beestje is er wel, maar produceert dat slechts in mondjesmaat. De diesel die we verstoken komt nog steeds van aardolie of, soms, van energiegewassen. Onderzoekers van het Wyss-instituut van de Harvard-universiteit denken te weten waaraan het ligt: aan het vouwen van het boodschapper-RNA. Zogeheten zeldzame codons, stukjes DNA, blijken het vouwen te vertragen en poken daardoor de eiwitproductie op.  “Dit onderzoek helpt ons bacteriën genetisch beter te modificeren en zo het rendement van bacteriële omzetting te vergroten.”, stelt Don Ingber, oprichter en directeur van het Wyss-instituut.

Lees verder

Maagbacterie maakt afweer onklaar

De bacterie Helicobacter pylori is thuis in de vrij barre omstandigheden van de menselijke maag en kan maag- en darmkanker veroorzaken. Dat de bacterie in de maag toch overleeft komt doordat het organisme het menselijk afweersysteem weet uit te schakelen. Het menselijk lichaam produceert een eiwit in de maagwand, aangeduid met hβD1, dat een bacteriedodende werking heeft. Onderzoekers van de universiteit van Nottingham in Engeland onderzochten de maaginhoud van 54 maaglijders. Het bleek dat zij een lage productie van dit anti-microbiële eiwit hadden. De schadelijkste stammen H. pylori-bacteriën bleken een ’tegengif’ te maken, cagT4SS, dat wordt ingespoten in de cellen van de maagwand. Dat ’tegengif’ onderdrukt de productie van hβD1. Hierdoor wordt ook het ontstekingsmechanisme bevorderd, waardoor de bacteriën overleven en tientallen jaren voor schade aan het maagweefsel veroorzaken.

H. pylori-bacteriën

De H. pylori op de maagwand.

Eerder werd aangenomen dat de chronische ontsteking van de maagwand de oorzaak was van maag. Geschat wordt dat de helft van de wereldbevolking is besmet met deze bacterie. De meeste mensen hebben daar geen last van, maar zo’n 1 tot 2% krijgt uiteindelijk maagkanker. Omdat de diagnose vaak laat wordt gesteld, is de overlevingskans bij maagkanker nog steeds laag. Onderzoekster Kathie Cook hoopt met de resultaten van het huidige onderzoek een methode te ontwikkelen voor vroegtijdige diagnose en, daarmee, een betere kans op genezing.

Bron: Eurekalert

De ideale genreparator ontdekt (?)

Ik vrees dat het nog wel een tijdje zo zal gaan: onderzoeksgroepen die beweren dat ze hét middel of dé methode hebben gevonden. Nu zeggen twee Chinese Amerikanen, Zhonggang Hou van het Amerikaanse Morgridge-instituut en Yang Zhang van de Noordwest-universiteit in het blad van de Amerikaanse academie van wetenschappen (PNAS) dat ze een nieuwe techniek hebben ontwikkeld die veel simpeler dan bestaande technieken ‘foute’ genen zou kunnen repareren. “Hiermee is het mogelijk elk gendefect te herstellen, ook die welke verantwoordelijk zijn voor borstkanker, de ziekte van Parkinson en andere ziekten”, zegt Hou. “Doordat die techniek kan worden toegepast op menselijke pluripotente stamcellen opent die de mogelijkheid voor serieuze therapeuthische toepassingen.”
De onderzoekers maken voor hun ‘genreparator’ gebruik van de bacterie Neisseria meningitidis (veroorzaakt hersenvliesontsteking) als bron voor het eiwit Cas9, dat gebruikt wordt om de defecte genen weg te knippen. Zhang: “We zijn er in geslaagd dit eiwit te sturen met verschillende typen kleine RNA-moleculen, waardoor we in staat zijn heel nauwkeurig genen te verwijderen, te verplaatsen of te repareren. Dat is een stap vooruit in vergelijking met de bestaande technieken als de zinkvingernucleases en TALENs.” Deze technieken maken gebruik van synthetisch gemaakte knipeiwitten. Volgens Hou is het mogelijk met de nieuwe techniek in een paar dagen RNA te synthetiseren, waar dat in de ‘oude’ methoden weken tot maanden zou duren. Volgens James Thompson van het Morgridge-instituut, een van de co-auteurs, maakt deze techniek het mogelijk het hele brede scala aan mogelijkheden van de polypotente stamcel te benutten voor therapeutische doeleinden, maar ook voor het testen van geneesnmiddelen of voor biomedisch onderzoek. De methode zou ook veilig zijn. Andere reparatiemethden zouden nog wel eens last hebben van misknippen (het doorknippen van het DNA-molecuul op een verkeerde plaats). Dat zou bij de deze methode niet het geval zijn. De onderzoekers spreken zelfs van een routinematige labtechniek. Of dat werkelijk werkelijk zo is, zal nog moeten blijken. De praktijk is vaak een harde leermeester.

Bron: EureAlert

Zoektocht minimaal genoom zinloos (?)

Wolluis leeft in symbiose met twee bacteriën
In de wolluis leeft een bacterie met het, tot nu toe bekend, kleinste genoom: 120 genen

Al lang zoeken synthetisch biologen naar organismen met een minimum aantal genen en naar nog minder: hoeveel genen zijn er nodig om een organisme in leven te houden? Recente studie van John McCutcheon van de universiteit van Minnesota naar het erfgoed van twee bacteriën die in symbiose leven met een insect (de wolluis) lijken te wijzen in de richting dat het zoeken naar hét minimale genoom zinloos is.

Lang is de bacterie Mycoplasma genetalium met zijn 475 genen (een mens heeft 20 000 voor eiwitten coderende genen en de bekende E. coli-bacterie heeft er zo’n 4100). De bij bacteriën genen te strippen die niet absoluut noodzakelijk zijn voor het voorbestaan van het organisme, bleek dat E. coli’s iets meer dan 300 ‘noodzakelijke’ genen hebben. Stripprocedures bij andere bacteriën uitgevoerd kwamen tot andere getallen, maar ook andere genen. Er was ruim 10 jaar geleden al een bacterie ontdekt die in symbiose leeft met een insect (een wolluis) die leeft van het sap van planten, met een nog kleiner genoom. De bacterie zet dat plantensap om in voor het insect bruikbare vormen als aminozuren en vitamines. Die bacterie, Tremblaya princeps, heeft maar 120 genen. In die bacterie bleek nog eens een andere bacterie te huizen, Moranella endobia, die weer 406 eiwitcoderende genen had. Die Tremblaya-bacterie kan niet zonder zijn gast, net zo min als de wolluis kan zonder zijn Tremblaya.

John McCutcheon van de universiteit van Montana is het erfgoed van beide bacteriën gaan analyseren, om erachter te komen wat die bacteriën aan elkaar hebben. Ze blijken het chemische werk voor het tot stand komen van aminozuren te verdelen, die vervolgens worden samengesteld tot eiwitten. Volgens McCutcheon is het insect in een lang verleden eens besmet geraakt met de Tremblaya. De bacterie hielp het insect bij de stofwisseling, terwijl ie zelf van voedsel én bescherming werd voorzien. Daardoor zou de bacterie de meeste genen zijn kwijtgeraakt. Toen de bacterie op zijn beurt werd ‘besmet’ door de Moranella raakte hij nog meer genen kwijt en kwam uit op die magere 120. Deze twee bacteriën zijn de enige die in de wolluis leven, maar de McCutcheon en zijn medewerkers troffen in het erfgoed van het insect genen aan die van oude bacteriële ‘gasten’ afkomstig moesten zijn. Dat betekent dat het insect genen van die bacteriën heeft ‘overgenomen’. Het zou zijn gebleken dat wel zes verschillende bacteriën erfgoed aan de wolluis hebben ‘afgestaan’. Deze studie zou aantonen dat de zoektocht naar hét minimale genoom zinloos is. De Tremblaya heeft een ‘minimaal genoom’ maar kan niet zonder zijn gastheer en mede-symbiont. Leven is geen geïsoleerd verschijnsel. Leven is afhankelijkheid en de levensvormen met, tot nu toe, het kleinste genoom kan alleen maar bestaan bij de gratie van andere (genomen).

Bron: New York Times

Succesvolle genmanipulator onder verdenking

RNG-techniek onder verdenking
Synthetische biologie staat (en valt) met de vaardigheid het erfgoed te manipuleren (oneerbiedig gezegd: het knippen en plakken van genen). Synthetische eiwitten, zogeheten CRISPR Cas RGN’s, leken daarbij perfect gereedschap. Je kon, bij wijze van spreken, naar believen stukjes DNA op een bepaalde plek in het genoom plakken of het er uit verwijderen. Een truc die bacteriën gebruiken om virussen en andere ziekteverwekkers onschadelijk te maken.
Dat mooie gereedschap blijkt toch zijn kwalijke kantjes te hebben, zo blijkt uit onderzoek van een groep aan het algemeen ziekenhuis in Massachusetts. De plak-en-knip-eiwitten plakten niet alleen stukjes DNA op de beoogde plaatsen, maar ook elders. Dat betekent niet meteen dat dit mooie gereedschap in de vuilnisbak kan worden gegooid. “We zullen”, zei J. Keith Joung van het ziekenhuis, ” de methode moeten verfijnen.”
Het gereedschap bestaat uit een combinatie van instrumenten. Het enzym Cas9, de schaar, is gekoppeld aan een kort stukje RNA dat past op het beoogde stukje DNA. Zoals gezegd is de gentechniek ‘geleend’ van bacteriën. Die kopiëren stukjes genetische codes van virussen of andere indringers en plakken dat in hun eigen DNA. Als dezelfde indringer zich later weer meldt, wordt diens DNA, met behulp van Cas9 in combinatie met het in eigen DNA geplakte stukje genetische code, effectief onschadelijk gemaakt.
Sinds een jaar passen onderzoekers die methode nu toe op het erfgoed van fruitvliegjes, zebravissen, muizen en menselijke cellen. Deze techniek zou een stuk effectiever zijn dan andere technieken die worden gebruikt voor het veranderen van het erfgoed als zinkvingernucleases (ZFN’s) of transcriptie-activatorachtige effectornucleases (TALEN’s). RGN’s kunnen zo worden ‘geprogrammeerd’, dat ze op diverse plaatsen nieuwe stukjes DNA kunnen plakken.
Het ging volgens de onderzoekers niet alleen mis bij stukjes DNA die maar een paar nucleotiden verschillen van het beoogde stukje (dat zou je een ‘vergissing’ kunnen noemen), maar ook bij stukjes DNA die tot wel vijf nucleotiden verschilden van het stukje DNA dat in het genoom geplakt moest worden. Dat misplakken is niet waargenomen bij de andere genmanipulatietechnieken. Joung heeft er alle vertrouwen in dat de problemen met de RGN-techniek kunnen worden opgelost, zodat die ook kan worden gebruikt voor therapeutische doeleinden bij mensen.

Bron: Science Daily (plaatje addgene)