
BGI heeft de ambitie op grote schaal DNA uit te lezen. We praten dan over 1 miljoen mensen, 1 miljoen dieren en 1 miljoen planten (foto: BBC)
In het zuiden van China, in Shenzhen, staat een gebouw van het enorme Chinese onderzoeksinstituut BGI, waar varkens op grote schaal worden gekloond. De ‘fabriek’ brengt per jaar zo’n 500 gekloonde biggen voort. Het slagingspercentage in de fabriek ligt op een hoge 70 tot 80%. Aan de varkens wordt ook genetisch geknutseld, om ze, bijvoorbeeld, vatbaarder te maken voor Alzheimer of ze na een jaar te laten stoppen met groeien. Rijen met DNA-uitlezers (156) staan dag en nacht te kauwen op de nucleotidenvolgorde van het erfgoed van de varkens. Heel die kloonfabriek, al die uitlezers staan ten dienste van de mens, van zijn gezondheid en van zijn voedsel. Wang Jun, de jonge coryfee van BGI, zou tegen BBC-verslaggevers gezegd hebben dat als iets goed smaakt, je te weten moet komen wat er in de genen zit. Dus wordet er op grote schaal DNA uitgelezen. BGI heeft plannen om ook van mensen op grote schaal het erfgoed te sequencen, we hebben het dan over honderdduizenden mensen.
Bron: BBC




Links de cultuur van stamcellen die via klonen zou zijn ontwikkeld, rechts de op natuurlijke verkregen embryonale stamcellen (foto Der Spiegel).
Stamcellen zijn heftig in. Was gister te
Strikt genomen is het geen synbiologie, het klonen van dieren, maar het schurkt er dicht tegenaan. Je kunt ook zeggen dat synthetische biologie geen scherp afgebakende grenzen heeft. In het Japanse Kobe heeft Teruhiko Wakayama en medewerkers van het RIKEN-centrum voor ontwikkelingsbiologie door klonen 581 genetisch identieke muizen gemaakt. Alle muizen zijn gezond en vruchtbaar en hebben, zoals normaal, een levensverwachting van twee jaar, zo schrijven de onderzoekers in een artikel in Cell Stem Cell. Er hebben zich volgens Wakayama geen epigentische of genetische bijzonderheden voorgedaan, waarmee zou zijn bewezen dat dieren zonder problemen keer op keer zijn te klonen. De Japanse onderzoeker denkt met deze methode de mogelijkheid geschapen te hebben om op grote schaal dieren te ‘produceren’ van hoge kwaliteit (wat die dan ook moge betekenen) of bedreigde diersoorten voor uitsterven te behoeden .