DNA-verschillen maken sommige immuuntherapieën niet voor iedereen bruikbaar

Antilichamen

Basisstructuur van antilichamen. N is het amino-uiteinde en C is het koolstofuiteinde van de keten. Rood zijn de disulfidebruggen (afb: WikiMedia Commons)

Ons DNA verschilt van persoon tot persoon op duizenden plaatsen. Dat betekent met (ongeveer) hetzelfde gen (ietwat) afwijkende eiwitten produceren en dat kan in sommige gevallen leiden dat bepaalde op antilichaamtherapieën niet effectief zijn. Die behandelingen worden vaak gebruikt voor veel ziektes, maar die slaan daardoor niet bij iedereen ook aan. Dat percentage ligt rond de 1%, maar het gaat vaak om dure behandelingen zoals de CAR-T-celtherapie. Lees verder

RNA zou oud afweersysteem nieuw leven inblazen

Zwezerik

In de zwezerik (thymus) leren T-cellen onderscheid te maken tussen eigen en niet-eigen. Op de foto een zwezerik van een mens (afb: WikiMedia Commons)

Gaandeweg het stijgen der jaren werken allerlei systemen in ons lijf minder goed. Zo gaat ons, op zich prachtige, afweersysteem achteruit. Onderzoekers van het Duitse kanker-onderzoekscen-trum DKFZ, het HI-STEM-stam-celinstituut en het Broadinstituut zouden er in geslaagd zijn met boodschapper-RNA een verou-derd afweersysteem van muisjes nieuw leven in te blazen. Daardoor herstelt de aanmaak van nieuwe afweercellen, waardoor oudere dieren (we hebben het dan over beestjes van een jaar of twee) een beste afweerreactie kunnen ontwikkelen en tumoren effectief kunnen bestrijden. Tsjonge. Lees verder