Eukaryoot zonder mitochondriën gevonden

Monocercomonoides sp zonder mitochondriën

Een lichtmicroscoopopname van een Monocercomonoides-cel (afb: Wiki Commons)

Mitochondriên worden (ook door mij) vaak omschreven als de krachtcentrales van de eukaryote cel (de cel met kern zoals die in ons lichaam). Je zou zeggen dat een systeem dat energie nodig heeft om te draaien (in leven te blijven) niet zonder kan. Wel dus.  Onderzoekers van, onder meer, de Keizer Karel-universiteit in Praag ontdekten micro-oganismen van het geslacht Monocercomonoides die het zonder moeten stellen (en daar kennelijk in slagen). Lees verder

Zesde DNA-base ontdekt (?)

DNA-trap

Nog een zesde base?

Op school leer je dat het levensmolecuul DNA uit vier bouwstenen, de nucleotiden, die worden aangeduid met het onderdeel daarvan: adenine, cytosine, guanine en thymine: A, C, G en T. Ik heb eventjes niet opgelet, maar er was al in de jaren 90 een vijfde nucleobase bijgekomen: gemethyleerde cytosine. Methylering is een belangrijk proces bij het (de)activeren van genen. Nu schijnt ook een gemethyleerde vorm van adenine in eukaryotische cellen te kunnen bestaan, mA, zo melden Catalaanse onderzoekers in het tijdschrift Cell.  Ook die zesde base zou iets te maken hebben met de activiteit van de genen in het DNA. Lees verder

De binnenstebuiten-theorie verklaart ontstaan eukaryoten

Ontwikkeling van eukaryotische cel

David en Buzz Baum, neven waarvan de eerste werkt voor de Amerikaanse universiteit van Wisconsin en de tweede voor het University College in Londen, denken dat ze met het binnenstebuiten-theorie een oplossing hebben gevonden voor de manier waarop leven is ontstaan of eigenlijk hoe de eukaryotische cel (de cel met kern zoals de cellen in ons lichaam) zich heeft ontwikkeld. In bijgaand plaatje uit de publicatie van hun theorie schetsen ze de ontwikkeling zoals ze denken dat die is of had kunnen verlopen. De bijschriften heb ik ingekort (anders wordt het wel erg deskundologisch)
(A) een voorganger van de eocyten met een enkel membraan en een celwand (S-laag) van vooral glycoproteïnen ontmoet een parasitische proteobacterie (de toekomstige mitochondriën).
(B) de cel vormt uitstulpingen onder invloed van eiwit/membraan-interacties. Die uitstulpingen vergemakkelijken de wisselwerking met de proto-mitochondriën.
(C) De uitstulpingen groeien met uiteindelijk ook de vorming van gaten in de celwand.
(D) De uitstulpingen groeien verder en er ontstaat een wat de Baums ‘kernporieringcomplex’ noemen. De celwand verdwijnt.
(E) Met het insluiten van de protomitochondriën ontstaat er een proces dat het makkelijk zou maken om de bacteriële biosynthese van lipides over te nemen.
(F) Het boeltje sluit zich en de oorspronkelijke cel is nu de kern geworden. Zie daar de geboorte van de eukaryotische cel.

Dit is allemaal speculatie en het zal allemaal nog moeten worden bewezen, als dat al mogelijk is. En bezwaar zie ik al. De gedachte heerst dat eukaryotische cellen uit prokaryotische cellen (bacteriën en archaea) zijn ontstaan. Een bezwaar tegen die theorie is dat er nooit tussenvormen zijn gevonden. Is dat bij deze binnenstebuiten-theorie dan anders?

Bron: Eurekalert