Bijna dagelijks kun je wel ergens een artikel of persbericht vinden, waarin staat beschreven hoe we kanker de definitieve klap kunnen geven of dat we een heel eind op die weg zijn. Het feit dat kanker nog steeds niet is uitgeroeid – en naar ik vrees ook nooit zal worden – geeft aan dat aan al die onderzoeken veel meer haken en ogen zaten dan in de publiciteit werden gebracht of, en dat is lang niet denkbeeldig, door mij over het hoofd zijn gezien. Duitse onderzoekers hebben een stofje gevonden dat in combinatie met een kankerdoder kankercellen gevoeliger maakt voor geprogrammeerde celdood. Amerikaanse onderzoekers zien in een mutatie die leidt tot een zeldzame bloedziekte (aangeboren verhoorningsstoornis of dyskeratose) mogelijkheden kankercellen hun ongebreidelde deelzucht te ontnemen.
Onderzoekers van, onder meer, de Ludwig-Maximilian-universiteit en van de technische universiteit München hebben een nieuwe klasse chemische verbindingen ontdekt, aangeduid met T8, die kankercellen gevoeliger zou maken voor chemotherapie. Daarbij hebben ze ook ontdekt dat die stoffen ‘samenwerken’ met het enzym disulfideisomerase (DPI). De stoffen zijn zelf niet toxisch, maar bevorderen het afsterven van kankercellen door chemotherapetica. Dat betekent ook dat die chemotherapeutica in lagere doses effectief zijn en dat de negatieve bijwerkingen ervan daardoor zullen verminderen en kankercellen er ook minder snel resistent tegen zullen worden. Het doen van kankercellen met chemische stoffen, die chemotherapie dus, is problematisch, doordat de kankercellen gaandeweg ongevoeliger worden voor hun dodelijke uitwerking. “Een manier om dat te vermijden is die celdodende stoffen samen te gebruiken met een op zich onschuldig middel, dat de cellen gevoeliger maakt voor de dodelijke effecten van die stoffen, waardoor geprogrammeerde celdood wordt ingeleid”, zegt onderzoekster Angelika Vollmar van de LM-universiteit. De T8-verbindingen werken samen met het kankerceldodende medicijn etoposide. Etoposide doet zijn vernietigende werking door het DNA van kankercellen in stukken te breken. De Duitse wetenschappers ontdekten ook dat het enzym disulfideisomerase (DPI) een belangrijke rol in hun aanpak kon spelen. Dat enzym verandert de ruimtelijke structuur van eiwitten en daarmee hun functie. Daar richten de T8-verbindingen hun pijlen op.
Een belangrijk voordeel van de T8-verbindingen is dat ze niet giftig zijn. Hun effect op het hele proces is omkeerbaar. Alleen in samenwerking met etoposide marcheert het. Vollmar: “De combinatie van een niet-giftige dosis etoposide en de nieuwe T8-verbindingen maken cellen gevoeiliger voor geprogrammeerde celdood. Onze proeven geven aan dat T8 zeer beloftevol is, omdat het effect heeft op verschillende typen kankercellen. Het middel is getest op een hele reeks tumorcellen zoals leukemie, alvleesklierkanker en borstkanker.” De nieuwe T8-verbindingen zullen nu uitgeprobeerd worden bij dieren.
Het Amerikaanse onderzoek heeft te maken met een vrij zeldzame bloedziekte (aangeboren verhoorningsstoornis of dyskeratose). Bij patiënten met die ziekte kunnen de bloedstamcellen zich niet omvormen tot volwassen bloedcellen. Ze verouderen daardoor vroegtijdig en hebben een groot risico om kanker te krijgen en afwijkingen aan het beenmerg. Die ziekte is een gevolg van de mutatie in het gen dat codeert voor TPP1. TPP1 heeft te maken met het ‘fatsoeneren’ van de uiteinden van de chromosomen na celdeling in samenwerking met het enzym telomerase (ja, t spijt me, simpel is anders). Die mutatie leidt tot een te geringe aanmaak van telomerase. Daardoor verloopt de celdeling bij bloedstamcellen, dus, niet goed.
Sommige kankercellen produceren telomerase juist in grote hoeveelheden, hetgeen leidt tot ongeremde celdeling. De productie daarvan remmen zou dus een effectieve manier zijn om kankercellen onschadelijk te maken. De uitkomst van het onderzoek (als ik het goed begrijp ging dat maar om één patiënt) kan dus zowel gevolgen hebben voor mensen met die aangeboren verhoorningsstoornis als voor kankerpatiënten. Volgens onderzoeker Jayakrishnan Nandakumar van de universiteit van Michigan in Ann Arbor (VS) zouden celkweken van dyskeratose-patiënten als uitgangspunt kunnen dienen voor het ‘repareren’ van het TPP1-gen in kankercellen. “Het is verbazingwekkend om te zien dat een aminozuur verschil in een eiwit dat bestaat uit 544 aminozuren zo ernstige ziekte veroorzaakt”, zegt Nandakumar. Van een gentherapeutische behandeling van sommige kankertypes zijn we overigens nog ver verwijderd. Daarvoor zal nog heel wat extra onderzoek moeten worden gedaan, zoals bij veel ‘doorbraken’ in het kankeronderzoek.
Bronnen: Eurekalert, Eurekalert