Tumoren gebruiken ‘portier’ om afweercellen te weren

Portier

De gestrekte ‘arm’ van de portier (boven) voorkomt dat de afweercel de kankercel vernietigt (afb: InsideOutBio)

Een van de grootste problemen om kanker te bestrijden is dat kankercellen allerlei mechanismes en trucs gebruiken om het afweersysteem kalm te houden. Onderzoekers hebben nu uitgevonden dat kankercellen (ook?) gebruik maken van een soort portier die voorkomt dat afweercellen de kankercel doden. Die portier is een soort gestrekte arm die de afweercellen op afstand houdt maar ook in staat is om te plooien of langer te worden. Die portier bemoeilijkt de werking van immuuntherapieën zoals de controlepostremmers.
Kankercellen maken een hoop rare eiwitten aan. Het zou voor afweercellen dan ook niet moeilijk moeten zijn om die rare cellen op te sporen en te vernietigen. Dat gebeurt niet of althans veel te weinig. Het mechanisme dat kankercellen gebruiken om afweercellen te weren is gebaseerd op een verdedigingslinie die dateert uit de tijd van het ontstaan van meercellige organismen: je hebt eigen cellen en cellen die er niet horen.
Daarbij worden een dertigtal eiwitten gebruikt, dat wordt het complementsysteem genoemd, waar wetenschappers al zo’n 130 jaar aan studeren (wat een baan! as).
Eigen, normale cellen krijgen een merk “ik hoor hier”, opdat de afweercellen die niet te grazen nemen. Kankercellen misbruiken dat mechanisme. Ze produceren “ik hoor hier”-merken in overvloed om al die gekke eiwitten te maskeren die ze aanmaken. Dat werkt ook nog.
Dat “ik-hoor-hier”-molecuul, iC3b genoemd, is veel groter dan het “ik-hoor-hier-niet”-molecuul (C3d genoemd) dat aan de ongewenste cellen hangt (hoort te hangen). Bepaalde vreemde cellen zijn in staat om iC3d-merken aan te maken door de aanmaak van het C3d-molecuul af te remmen. Ze maken eiwitten aan die op het celmembraan de vorming van C3d-moleculen voorkomen.
Bacteriën en andere vreemde cellen hebben die eiwitten niet en die worden ook netjes onschadelijk gemaakt door het afweersysteem. Vreemd genoeg is de receptor op afweercellen voor beide moleculen dezelfde: CR3). Hoe onderscheidt zo’n afweercel die twee dan, vroegen de onderzoekers zich af.

Het blijkt dat die CR3-receptor van vorm kan veranderen als een gebogen of gestrekte arm. Die bindt zich aan een “ik-hoor-hier”-merk het best als die gestrekt is. Dat voorkomt dat afweercellen die aanvallen door die weg te duwen. De portier heeft bepaald dat je er niet in mag. Als die receptor gebogen is dan bindt die zich aan het “ik-hoor-hier-niet”-merk, waardoor de afweercel dicht genoeg in de buurt van de ‘aangewezen’ cel kan komen en die kan vernietigen. Om dat tegen te gaan produceren kankercellen veel “ik-hoor-hier”-moleculen.

Vele manieren

Kankercellen schijnen vele manieren te hebben om hun oppervlak te overdekken met “ik-hoor-hier”-moleculen. Zo kunnen ze dat molecuul ook uit hun omgeving halen. Het schijnt zelfs zo te zijn dat kankercellen gebruik (misbruik) maken van (inwendige) bacteriën. Die activeren het complementsysteem. Dan hoeven de kankercellen alleen nog maar de eiwitten aan te maken voor het iC3b-merk (“ik-hoor-hier”). Daar profiteren dus ook de bacteriën van.
Het is opmerkelijk dat dit soort kennis pas na zo’n lange tijd boven water komt.
InsideOutBio is een bedrijf op dat eigen/niet-eigen-onderscheid voor de behandeling van kanker. Alan Herbert van dat bedrijf schijnt dit onderzoek te hebben geleid (het betreffende artikel krijg ik niet te pakken). Dat schijnt nu enig succes te hebben in preklinische studies. Dat betekent overigens wel dat de dagelijkse praktijk voor deze benadering nog een eind weg is en het uiteindelijke klinische resultaat nog lang niet zeker.

Bron: EurekAlert

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.