Immuuntherapie met controlepostremmers onveilig (?)

edocrinologe Zoe Quandt

Zoe Quandt (afb: UCSF)

Immuuntherapieën bij kanker hebben de volle aandacht en de vooruitzichten zijn ook niet slecht. Nu blijkt dat met een bijzondere immuuntherapie waarbij zogeheten controlepostremmers worden gebruikt er afwijkingen aan de schildklier kunnen ontstaan. De techniek is goedgekeurd in de VS voor een groot aantal kankersoorten, waaronder blaas-, darm-, lever- en longkanker.

Dat type immuuntherapie lijkt bij de behandeling van kanker aan een opmars begonnen. Controlepostremmers zijn antilichamen die de ‘remmen’ van het afweersysteem halen om dat tegen kanker in te zetten. Die ‘remmen’ zitten er natuurlijk niet voor niks. Die zijn er om te voorkomen dat het afweersysteem tegen elke ongevaarlijk wissewasje dat ons lichaam binnen- of opkomt aan de slag gaat.
Met de voordelen van de behandeling boven bestaande kankertherapieën zou die ook nadelen kunnen hebben. Zo zou het afweersysteem ook gezonde cellen kunnen aanvallen. Een van de gewonere bijwerkingen is een te lage aanmaak van de schildklierhormonen.

“Onduidelijk was of deze behandelingen negatieve gevolgen hadden die te maken hadden met het afweersysteem”, zegt Zoe Quandt van de universiteit van Californië in San Francisco. “We gebruikten informatie van medische dossiers om uit te zoeken hoe normaal dat in de praktijk was.(…) Begrijpen wie die bijwerkingen krijgt en waardoor en welke invloed ze hebben op de therapie is wezenlijk voor het verbeteren van die immuuntechniek.”

Tussen 2012 en 2018

Quandt en de haren gebruikten gegevens van de eigen universiteit van kankerpatiënten die controlepostremmers hadden gekregen tussen 2012 en 2018. Daarbij werden patiënten met schildklierkanker uitgesloten.
Zo’n 19% van die patiënten vertoonde afwijkingen in de aanmaak van schildklierhormonen. Eerder werd een veel lager getal gevonden van 6,6% in een aantal klinische proeven.

Het percentage varieerde per kanker. Dat varieerde van 10% voor een hersentumor (glioom) tot 40% in nierkanker. Er was geen duidelijk verband tussen de gebruikte middelen, maar toch bleek die slechter werkende schildklier vaker voor te komen bij een combinatie van nivolumab (Opdivo) en ipilimumab (Yervoy) (31%) dan bij pembrolizumab (Keytruda) (18%), nivolumab (18%) of ipilimumab (15%) alleen.

Bron: EurekAlert

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.