Nieuwe DNA-bewerker ontwikkeld met kleiner ‘gereedschap’

PNP-methode voor genoombewerking

De werking van de PNP-methode lijkt erg op die van de CRISPR-techniek (afb: Magdy Mahfouz et. al)

Onderzoekers van de koning Abdoeluniversiteit voor wetenschap en technolgie (KAUST) hebben een nieuwe genoombewerkingstechniek ontwikkeld, PNP gedoopt, die gebruik maakt van kleiner ‘gereedschap’ dan de inmiddels welbekende CRISPR-methode. De omvang van het benodigde ‘gereedschap’, met name de genschaar Cas, zou de mogelijkheden van de CRISPR-methode beperken. Uiteindelijk moet zo’n CRISPR-pakket de celkern binnen kunnen komen om het genoom te kunnen bewerken. De PNP-methode zou ook minder onbedoelde fouten maken dan CRISPR, maar dat zal nog wel in de praktijk moeten worden bewezen.
PNP is een afko van een afko. De methode maakt gebruik van DNA-achtige moleculen die peptidekernzuren worden genoemd (PNA in Engelse afko). Het snijwerk wordt gedaan door prokaryotische Argonauten (pAgo’s). PNA en pAgo’s geeft dan weer in afko PNP.
De PNA’s ontwarren de DNA-helix (wenteltrap) op de plaats waar het gids-RNA de genschaar pAgo heen voert om beide DNA-strengen door te knippen.

De methode lijkt dus erg op de CRISPR-aanpak. De PNP-methode zou op meer plaatsen op het DNA aan de slag kunnen gaan dan de CRISPR-techniek, stellen de KAUST-onderzoekers. Die zou ook nauwkeuriger zijn (minder onbedoelde ‘knippen’ veroorzaken) en het grote voordeel hebben kleiner te zijn dan de CRISPR-bestanddelen. Daardoor zou die techniek ook toepasbaar zijn in de mitochondriën, waar zich een klein DNA bevindt.”Deze techniek verbetert de doeltreffendheid en bruikbaarheid van genoombewerking aanzienlijk”, stelt bioingenieur Magdy Mahfouz met nogal wat bravoure.

Flexibel en programmeerbaar?

Mahfouz en zijn collega’s hebben met de methode verscheidene PNA’s, pAgo’s en gidsmoleculen (RNA’s) uitgeprobeerd onder diverse omstandigheden en stellen dat de methode flexibel en programmeerbaar is voor alle vormen van DNA. Er zal nog wel wat werk verzet moeten worden om de PNP-methode in de klinische praktijk te kunnen gebruiken. Dat wil zeggen: aantonen dat de methode in de praktijk van celkweken en proefdieren veilig is en doet wat de onderzoekers zeggen dat die methode doet. De onderzoekers hebben er echter alle vertrouwen in.

Bron: Alpha Galileo

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.