Kunnen autoimmuunziektes worden genezen? Wellicht

Navacims, nanodeeltjes tegen autoimmuunziektes

De navacims die autoimmuunziektes zouden kunnen bestrijden (afb: parvustx.com)

Immunoloog Pere Santamaria is al tientallen jaren bezig om ‘hoofdschakelaar’ te vinden om autoimmuun-ziektes zoals suikerziekte type I en multiple sclerose te genezen. Het begint er zo langzamerhand naar uit te zien dat hij en collega’s een begin van een oplossing hebben weten te vinden die bij muisjes goed uitpakte.
Begin deze eeuw gebruikte Santamaria roestdeeltjes om de belangrijkste afweercellen in muisjes met diabetes te vinden. Wellicht, dacht hij destijds, is dat ook een manier om afweercellen die actief zijn in het vernietigen van de eilandjes van Langerhans, zoals bij deze autoimmuunziekte gebeurt, tot zwijgen te brengen. Meer dan twee decennia is hij op dit pad doorgegaan en hij denkt nu een behandeling te hebben die kan worden uitgeprobeerd op mensen.
Uiteraard is hij niet de enige die zich daarmee heeft beziggehouden. Al meer dan vijftig jaar proberen onderzoekers een manier te vinden om de overijverige afweercellen – die zich keren tegen eigen, gezonde cellen – tot bedaren te brengen. Dat komt vaak neer op het onderdrukken van het afweersysteem, maar daarmee verlaag je ook de afweer tegen echte ziekteverwekkers.

Ons afweersysteem is in principe een schitterend systeem dat een vrijwel onmogelijke opdracht (opdrachten) heeft. Het moet eigen van vreemd kunnen onderscheiden, maar ook goedgezinde vreemde ‘bezoekers’ niet lastig vallen. Een mens bevat minstens zoveel vreemde als eigen cellen, ga er maar aan staan. Het idee van Santamaria was een manier te vinden om die op hol geslagen afweercellen te temmen, de hoofdschakelaar voor de tolerantie van afweercellen te vinden.
Een van de manieren is om afweercellen genetisch zo te veranderen dat ze een kalmerende uitwerking hebben op de op hol geslagen afweercellen. Vorig jaar verscheen een artikel waarbij een therapie wordt beschreven om afweercellen genetisch zo te veranderen dat ze de al te heftige afweercellen tot rust maanden. Het ging in dit geval om de autoimmuunziekte lupus bij vijftien proefpersonen (met de lupusvariant SLE) werden behandeld. Een van die vijftien schijnt inmiddels al tweeënhalf jaar vrij symptoomvrij te zijn.

T-cellen

T-cellen zijn belangrijke afweercellen in ons afweersysteem. Die kunnen onderscheid maken tussen vreemd en eigen maar ruimen ook uitgerangeerde en kapotte eigen cellen op. Een ander type afweercellen, de B-cellen, maken antilichamen aan, specifiek voor een bepaalde ziekteverwekker, en ondersteunen de afweer ook op andere manieren. Zo zorgen ze er vroeg in hun ontwikkeling voor dat cellen die gezonde eigen cellen aanpakken worden verwijderd, maar dat systeem, de tolerantie, is niet waterdicht.
Er is nog een ‘achterwacht’: de perifere tolerantie. Die maakt korte metten met eigenzinnige cellen of verandert ze in regel-T-cellen die een dempende werking hebben op de afweerreactie. Bij autoimmuunziektes zijn beide tolerantiesystemen kaduuk.

Er is van alles geprobeerd om die intolerantie weer te repareren, onder meer door maar zo veel mogelijk antigenen (‘gevaarvlaggen’; stoffen die de antilichamen activeren) in te brengen in de hoop dat die foute T-cellen daar dan uiteindelijk niet meer op zouden reageren. Dat lijkt enig succes te hebben. Het probleem is alleen het juiste antigeen eruit te pikken. Bij sommige autoimmuunziektes reageren de foute T-cellen op verschillende antigenen. Dat zou ook nog eens per persoon verschillend kunnen zijn.
Mooier zou natuurlijk zijn om de hoofdschakelaar te vinden en Santamaria en zijn medeonderzoekers denken die gevonden te hebben. Hij en zijn collega’s gebruiken nanodeeltjes (navacims) beplakt met eiwitten. Deze eiwitten zijn bedoeld om de pieken na te bootsen die worden aangetroffen op regulerende T-cellen die antigenen door het hele lichaam opzuigen en deze vervolgens bij T-cellen afleveren, T-regelcellen maken daarbij meteen duidelijk af het gevaarlijke (actie) of ongevaarlijke antigenen (laat maar zitten) gaat, waarbij de cellen wordt verteld of ze die moeten aanvallen of negeren. Santamaria vergelijkt ze met aas voor T-cellen.

Nadat Santamaria er achter was hij die navacims in contact konden komen met T-cellen, gingen hij een zijn medewerkers op zoek om daar een therapie van te brouwen. Hij gebruikte stukjes antigeen op zijn navacims en gebruikte die bij suikerzieke muisjes. Ter controle gebruikte hij navacims met slecht een (stukje) antigeen (=epitoop). Tot hun verrassing verminderden de suikteziekteverschijnselen bij beide groepen muisjes. “Dat sloeg nergens op.”

Hoofdschakelaar

Dat op te lossen heeft de onderzoekers jaren gekost. Het blijkt dat de nanodeeltjes zorgen voor een vermeerdering van de T-cellen die zich vervolgens omvormen tot T-regelcellen die zich spoeden naar de plaats van de ontsteking. Daar binden ze aan de antigeenpresenterende cellen en deactiveren die. Die cellen bevatten niet alleen het antigeen dat ze herkennen, maar ook andere antigenen die met suikerziekte te maken hebben en dus kunnen die cellen niet langer de T-cellen stimuleren om in actie te komen. “Dat lijkt op een hoofdschakelaar”, zegt Santamaria. Hij heeft een bedrijf gevonden, Parvus Therapeutics, om klinische proeven met mensen te beginnen.

Overigens lijkt deze aanpak een van de manieren te zijn om een obstinaat afweersysteem tot kalmte te brengen en daarmee iets tegen autoimmuunzektes in stelling te brengen anders dan het verzwakken van het eigen afweersysteem, maar aangezien deze ontwikkeling nog relatief nieuw is zal er nog veel moeten worden uitgezocht. Wat gebeurt er als zo’n behandeling de aanmaak van afweercellen bevordert? Er is nog veel te leren, zeggen dan ook mensen uit dit vakgebied.
Santamaria denkt dat die missers in het verleden alles te maken hebben met het gebrek aan kennis over de onderliggend mechanismes. “Methoden worden al getest in de klinische fase voordat we eigenlijk weten wat we doen.” Het denkt daar zelf genoeg onderzoek naar te hebben gedaan met zijn collega’s om dat niet voor hem van toepassing te laten zijn.

Bron: Nature

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.