RNA-vaccin lijkt ook bij eierstokkanker te werken (bij muisjes)

Katalin Karikó

Nobelprijswinnares Katalin Karikó (afb: WikiMedia Commons)

Onderzoekers hebben met succes een boodschapper-RNA-behandeling toegepast om tumoren in de eierstokken en uitzaaiingen bij muisjes te bestrijden. Het b-RNA codeerde voor een eiwit dat de ongebreidelde deling van kankercellen verhindert en/of ze doodt: p53. Inmiddels zijn er meer b-RNA-vaccins tegen kanker in ontwikkeling (dus nog niet beschikbaar).
Eierstokkanker is vaak zeer agressief en voorhanden behandelingen werken nogal eens niet. Onderzoekers van, onder meer, de Goetheuniversiteit in Frankfort lijken bij muisjes met eierstokkankercellen met succes RNA-vaccins te hebben ingezet. In celkweken was al bewezen dat die aanpak beloftevol was.
Bij 96% van de patiënten met eierstokkanker is het tumoronderdrukkende p53-gen (TP53) gemuteerd en werkt daardoor niet meer. Dat gen codeert voor een eiwit dat schade aan DNA herkent en voorkomt dat cellen met zo’n verstoord DNA zich vermeerderen en/of zorgt dat het gerepareerd wordt. Als dat laatste niet mogelijk is worden die cellen gedood. “P53 voorkomt heel effectief het ontstaan van tumoren”, zegt Klaus Strebhardt.
“We hebben een b-RNA in het lab gemaakt dat codeert voor het goede p53-eiwit”, zegt medeonderzoekster Monika Raab. “Die RNA’s hebben we in een vetbolletje verpakt, zogenaamde liposomen, en eerst getest op kweken van kankercellen van mensen. Het bleek dat die cellen het b-RNA gebruikten om functioneel p53 aan te maken.” Ook werd de methode uitgeprobeerd op een kweekorgaantje van eierstokweefsel met kankercellen. Ook daarin bleek de aanpak succesvol.

Daarna werd bij muisjes kankerweefsel van patiënten in hun eierstokken geïmplanteerd. Ook daar bleek het RNA-vaccin goed aan te slaan. Strebhardt: “Ook in de behandelde dieren produceerden de cellen grote hoeveelheden functioneel p53. De tumoren verdwenen volledig en ook de uitzaaiingen.”

Voortgang

Dat de aangeboden b-RNA-moleculen niet onmiddellijk worden afgebroken heeft te maken met de voortgang van de techniek. Het RNA ziet er net iets anders uit dan het b-RNA dat de cel zelf produceert. Daardoor blijven deze b-RNA’s ook langer in een cel hun werk doen (zelfs tot twee weken). Voor die ontwikkeling kregen Drew Weissman en Katalin Karikó vorig jaar de Nobelprijs voor geneeskunde. Strebhardt: “Daardoor weten we ook hoe we die moleculen nog werkzamer kunnen maken.”

De onderzoekers zijn nu op zoek naar gegadigden waarmee de klinische proeven bij menselijke patiënten kunnen worden begonnen. Strebhardt is zeer optimistisch over de uitkomst van die, nog te organiseren, klinische proeven. “P53 is geen normaal eiwit dat zich op een teer punt van kankercellen richt. In feite repareren we het natuurlijke systeem waarmee ons lichaam kanker zeer effectief onderdrukt. Dat is een heel ander soort kankerbehandeling (dan het ingrijpen op de zwakke kanten van kankercellen; as).”

Als hij dan toch bezig is met repareren, waarom repareert hij dan niet meteen dat foute p53-gen of is dat (nog?) een brug te ver?

Bron: idw-online.de

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.