Sommige genen in hersencellen coderen voor 100 eiwitten

Eiwitproductie

Via boodschapper-RNA worden stukjes DNA in het ribosoom omgezet in eiwitten (afb.: vib.be)

Elk gen in ons DNA codeert voor een eiwit. We hebben zo’n 20 000 genen, dus…? Zo simpel blijkt het niet te zijn. Onderzoekers hebben eens bekeken welke boodschapper-RNA-moleculen hersencellen aanmaken (het transcriptoom). Sommige genen zijn daarbij goed voor tientallen en soms wel honderd verschillende eiwitten. Ons DNA zit ingewikkelder in elkaar dan we denken/dachten, blijkt telkens maar weer. “Dezelfde genetische informatie kan veel verschillende eindpunten opleveren”, zegt Jonathan Mill van de universiteit van Exeter
Zoals je ongetwijfeld van school weet worden genen gekopieerd op boodschapper-RNA. Dat dient weer als mal voor de aanmaak in het ribosoom van het bij die code horende eiwit. Het blijkt echter dan niet altijd dezelfde code (een codon codeert voor een bepaald aminozuur) van een gen wordt gebruikt, maar dat een gen de codes kan bevatten voor verschillende eiwitten.
Zo’n gen bestaat uit verschillende exons gescheiden door introns. Die introns zouden, was de gedachte, uit het bRNA worden geknipt waardoor die exons worden ‘getwijnd’.
Het was al langer bekend dat genen ietwat van elkaar verschillende bRNA’s konden opleveren, aangezien niet al exons steeds worden gebruikt in de overdracht op bRNA. Vrij recent werd ontdekt dat sommige introns niet worden verwijderd. Wat dat voor een effect heeft was niet duidelijk. Nu hebben Mill en de zijnen nieuwe uitleestechnieken gebruikt om alle verschillende bRNA-moleculen in de cellen te kunnen bepalen uit de hersenschors van mensen die hun hersens beschikbaar hadden gesteld van de wetenschap (na hun dood, uiteraard).

13 000 actieve genen

Die hersenschorscellen bleken zo’n 13 000 actieve genen te hebben. Die leverden bij elkaar 33 000 verschillende bRNA’s op. Eenvijfde daarvan bevatte nog introns en meer dan 200 genen codeerden voor meer dan tien en soms wel honderd verschillende bRNA’s . Mill: “De hersens vormen een zeer complex orgaan, dus dat is wel logisch.”
Overigens is nog onbekend of al die verschillende bRNA-moleculen uiteindelijk ook worden gebruikt voor de aanmaak van de bijbehorende eiwitten. Die zouden volgens Mill ook de genactiviteit kunnen beïnvloeden.

De onderzoekers ontdekten ook dat hersencellen van Alzheimer- en schizofreniepatiënten andere bRNA’s aanmaken, wat betekent dat het twijnproces van RNA daar anders verloopt. De onderzoekers hebben het transcriptoom van de hersenschorscellen van mens en muis inmiddels beschikbaar gesteld voor collega-onderzoekers.

Bron: New Scientist

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.