Onderzoekers van het Mount Sinaiziekenhuis zouden een manier ontdekt hebben om zogeheten reactieve astrocyten aan te zetten om de beta-amyloïdeplaques te verwijderen die ontstaan bij Alzheimerpatiënten. Daarbij speelt het eiwit plexin-B1 (PLXNB1) een belangrijke rol. Of dat ook betekent of er een geneeswijze voor Alzheimer ontdekt is, is nog maar zeer de vraag, maar de het uitgegeven persbericht spreekt van ‘baanbrekend onderzoek’. Amerikanen praten graag in superlatieven.
Reactieve astrocyten (of stercellen) komen in actie als in het zenuwstelsel iets mis gaat. Die spelen een grote rol in verwijderen van eiwitophopingen zoals de beruchte Alzheimerplaques. Ze creëren ruimte rond de plaques waardoor de makkelijker verwijderd kunnen worden.
Die opruimwoede van de astrocyten zou verhevigd kunnen worden door de aanmaak van plexin-B1 te reguleren. “De resultaten geven aan dat andere cellen invloed hebben op die plaques en daarmee opent zich een nieuwe behandelmethode”, zegt Roland Friedel van Icahn Mount Sinai.
De onderzoekers bekeken de genen en de gennetwerken die bij de ziekte van Alzheimer een rol spelen. Daardoor zouden ze een beter zicht heb gekregen in de genetische ‘omgeving’ van de ziekte en daarmee een beter uitzicht op een mogelijke geneeswijze. Zo zouden ze op de belangrijke rol van plexin-B1 zijn gestuit, maar het zal nog wel even duren voor ze met deze nieuwe kennis een mogelijke geneeswijze ter beschikking hebben zo al.
Oorzaak of gevolg?
Of die, gedachte, therapie zal helpen de ziekte te vertragen of helemaal stop te zetten is nog maar zeer de vraag. Beta-amyloïdeplaques vormen weliswaar een van de kenmerken van Alzheimer, maar gebleken is dat andere mensen met veel plaques in hun hersens daar geen last van hoeven hebben. De grote vraag was dan ook altijd en is nog steeds of die plaques of de tau-knopen (een ander kenmerk van de ziekte) de veroorzakers van Alzheimer of slechts de symptomen. Met symptoombestrijding pak je het echte probleem niet aan.
Bron: Science Daily