Clostridium difficile is een moeilijke ziekenhuisgast (afb: Science)
De befaamde van bacteriën geleende CRISPR/Cas9-methode knipt en plakt niet alleen nucleotiden, maar blijkt ook te kunnen functioneren als antibioticum. Onderzoekers van de universiteit van Noord-Carolina (VS) schijnen met succes de normaal ongevaarlijke bacterie Clostridium difficile uit de darmflora van muisjes te hebben verwijderd met behulp van de CRISPR-methode.
Als postbode om het CRISPR-materiaal in de cellen af te leveren werd een bacteriofaag gebruikt met een, volgens de onderzoekers, zoek-en verdelgmissie. Bacteriofagen (bacterievreters) zijn virussen die het gemunt hebben op bacteriën. “We wilden de fagen beladen met de CRISPR-last die moest worden afgeleverd aan het gekozen micro-organisme in de darmen van, in ons geval, muizen”, zegt de Franse onderzoeker Rodolphe Barrangou. “Dat zou een gunstig effect op de gezondheid moeten hebben en ziektes kunnen voorkomen.”
Daarmee zouden de onderzoekers een gericht antibioticum(methode) in handen hebben. De meeste antibiotica zaaien, als ze werken, dood en verderf onder hele ‘families’ bacteriën, waarbij de goede onder de slechte lijden. “We moeten ons kunnen richten op een bepaald pathogeen (ziekteverwekker;as)”, zegt medeonderzoekster Casey Theriot, “en dat gebeurt hiermee.”
Cas3
Voor genoombewerking wordt vaak het eiwit Cas9 als genschaar gebruikt. In dit geval verlieten de onderzoekers zich op familielid Cas3. Dat eiwit richtte een compleet ‘bloedbad’ aan onder de C. difficiles. Het bacteriële DNA werd drastisch geruïneerd.
De onderzoekers probeerden dat eerst uit in petrischaaltjes en, toen dat succesvol was, werd ‘Cas3’ op muisjes losgelaten. Twee dagen na de CRISPR-behandeling bleek dat het C. difficile-peil goeddeels was teruggelopen. Theriot: “Met C. difficile valt lastig te werken. Vandaar ook die naam.” Voor Barrangou is het een eerste stap op een lange weg. “Het gebruik van (bacterio-; as)fagen voor het afleveren van CRISPR opent nieuwe wegen om ziektes te bestrijden.”
De onderzoekers willen de aanpak nu verbeteren, zodat de verdreven bacterie niet weer terugkomt. Ook willen ze de mogelijkheden van andere bacteriofagen onderzoeken om het DNA-snijwerk af te leveren voor verschillende C. difficile-varianten.
Bron: EurekAlert