Toen Shinja Yamanaka en collega’s zo’n vijftien jaar geleden ontdekte hoe je gewone cellen kon omprogrammeren tot (pluripotente) stamcellen groeide de hoop dat daarmee therapeutisch een hoop kon worden gedaan. Die pluripotente stamcellen kon je omvormen tot alle celtypen die het organisme mens telt (zo’n tweehonderd). Tot dan toe moesten onderzoekers hun stamcellen putten uit embryo’s of ‘destilleren’ uit de navelstreng. Vooral dat eerste lag ethisch moeilijk. De resultaten op het gebied van stamceltherapieën zijn vooralsnog niet erg spectaculair, maar er lijken betere tijden aan te komen. Zou er, bijvoorbeeld, een stamceltherapie komen voor Parkinsonpatiënten (om maar iets te noemen)?
Er is lang gedacht dat stamcellen (embryonale of pluripotente) de oplossing zouden zijn voor het herstellen van beschadigd weefsel: neem een stamcel en laat die zich differentiëren tot de gewenste cel of weefsels. Tot nog valt de oogst aan effectieve stamceltherapieën nogal tegen.
Het lijkt er echter op dat dat gaat/kan veranderen nu onderzoekers steeds beter in de gaten krijgen hoe stamcellen functioneren. Dat heeft geleid tot klinische proeven met stamcelbehandelingen voor verschillende ziektes. Dat betekent nog niet dat die behandelingen al in de klinische praktijk worden toegepast, maar hoop doet leven.
Zo zijn onderzoekers bezig met een stamceltherapie voor Parkinson. Het is de bedoeling om zieke cellen in de hersens te vervangen voor nieuwe cellen die zijn gekweekt uitgaande van stamcellen. Op het gebied van het herstel van weefsel in het oog is er nogal wat gaande. Ook op het gebied van het herstel van zenuwweefsel bij dwarslaesies gebeurt het een en ander.
Stamcellen hebben mogelijkheden om beschadigd weefsel te herstellen of zelfs volledige organen te laten groeien, maar ze vormen ook geweldig onderzoeksmateriaal. Je kunt uit stamcellen embryo-achtige structuren maken om de ontwikkeling van embryo’s te kunnen onderzoeken. Hoe komt het dat embryonale stamcellen zich op bepaalde plaatsen in het embryo in een bepaalde type cel veranderen en op andere plaatsen in een ander type cel. Hoe lopen de ‘paden’ van stamcellen naar de uiteindelijke celtypen?
Het kweken van orgaantjes is momenteel nog heel primitief, maar er worden vorderingen gemaakt. Zullen we ooit zover komen om in het lab organen te kweken die voor mensen geschikt zijn? Hier en daar gaan er stemmen op en wordt ook onderzoek gedaan om uitgestorven leven weer ‘op te wekken’ zoals de mammoet, maar zou het niet beter zijn wat zuiniger te zijn met de ‘beestenboel’ die we nu hebben? Wat motten we met de mammoet of de dodo?
Etisch
Het onderzoek aan stamcellen heeft ook gevoelige kanten. Hoe zit dat ethisch gezien? Mogen we embryo’s ontstaan uit stamcellen hun ‘rit’ laten afmaken? Is het ethisch toegestaan om chimeren te kweken met, bijvoorbeeld, mensencellen in varkens voor de ‘productie’ van menselijke organen?
Tot voor kort hadden onderzoekers wereldwijd een soort afspraak dat ze embryo’s die ze voor onderzoek hadden ‘gemaakt’ niet langer dan veertien dagen in leven zouden houden. Dat leek tot voor kort ook de houdbaarheidsdatum buiten de baarmoeder, maar met de ontwikkeling van de kunstbaarmoeder e.d. schuift die datum steeds meer op. Internationaal lijkt afgesproken om die 14 dagen-limiet niet meer absoluut te stellen. Die afspraak kan en zal waarschijnlijk ook in strijd zijn met regels die de diverse landen dienaangaande hanteren.
De regels en aanvaardbaarheid lijken steeds te verschuiven. Ooit werd werken met menselijke stamcellen door velen als ethisch verwerpelijk beschouwd omdat je daarvoor embryo’s kweekte die niet bedoeld waren om uit te groeien tot volwaardige menselijke wezens. Met de ontdekking van Yamanaka c.s. lijkt dat bezwaar minder groot geworden en in het algemeen lijkt de opvatting te tenderen dat als ‘geknutsel’ met stamcellen dient als remedie voor nu nog ongeneesbare ziektes als Parkinson of Alzheimer, de meeste mensen daar wel mee kunnen instemmen.
Bron: Nature