Vetbolletjes in cel blijken eerste verdediging afweersysteem

antimicrobiële vetbolletjes in cellen

De vetbolletjes (groen) ‘vallen’ de bacteriën (blauw) aan door ze, waarschijnlijk, dodelijke eiwitten in te spuiten (afb: Science)

Oliedruppeltjes in onze cellen zouden volgens recent onderzoek de eerste verdedigingslinie van ons afweersysteem (en dat van andere zoogdieren) zijn tegen bacteriële maar ook virus- en parasietbesmettingen zijn.
In cellen van zoogdieren zitten oliedruppeltjes. Ze zijn al meer dan dertig jaar geleden ontdekt. “Lang heeft men gedacht dat dat slechts vetbolletjes waren, reservoirs voor lipiden”, zegt Philippe Roingeard van Inserm en de universiteit van Tours (F), die niet aan het onderzoek heeft deelgenomen. Roingeard bestudeert zelf de rol van die bolletjes bij virusbesmettingen. De bolletjes bevatten ongeladen vetmoleculen die ervoor zorgen dat de bolletjes in suspensie blijven in het cytoplasma.
Ze komen, zoals te verwachten is, veel voor in vetcellen. Die dienen als vetopslag, maar de vetbolletjes komen ook in allerlei andere celtypen van eukaryoten (zoals onder veel meer zoogdieren) voor. Het oppervlak van die bolletjes bestaat een verscheidenheid aan eiwitten. Het gaat om transcriptiefactoren, componenten van het chromatine (het ‘pakmateriaal’ rond DNA) en giftige eiwitten. Die spelen in dit verhaal de hoofdrol.
Onderzoeksgroepen uit Barcelona en Queensland (Aus) ontdekten dat die vetbolletjes een rol spelen bij besmettingen met bacteriën. Het bewijs leverden ze door muisjes in te spuiten met een bacterieel gif, lypopolysacchariden (LPS), waardoor die muisjes lijken besmet met bacteriën.
Vervolgens werden er wat levercellen bij de muisjes verwijderd en zijn de vetbolletjes daarvan geanalyseerd. Het bleek dat daar het aantal vetbolletjes zich had vermeerderd, dat ze bovendien waren gegroeid en antibacteriële activiteit vertoonden. In reageerbuisjes werd aangetoond dat de bekende darmbacterie Escherichia coli daar niet tegen bestand was.

Macrofagen

Vervolgens bestookten de onderzoekers een bepaald type (menselijke) afweercellen, macrofagen, met hetzelfde bacteriële gif. Die vertoonden dezelfde reactie. Het bleek dat 30% van de eiwitten op de vetbolletjes chemisch waren veranderd. Ook was de concentratie van het eiwit PLIN5 verlaagd, dat, in normale tijden, zorgt voor de hechting van de vetbolletjes aan de mitochondriën. Die ‘krachtcentrales’ van de cel produceren energie met als ‘brandstof’, onder meer, die vetbolletjes. Dat alles wijst er op dat die vetbolletjes een antimicrobiële functie hebben, stellen de onderzoekers

Parasieten als trypanosomen, die onder meer de slaapziekte veroorzaken, en Plasmodium falciparum) (malaria), bacteriën en virussen (zoals het hepatitis- en knokkelkoortsvirus) zorgen voor een reacties van die vetbolletjes. Nu leeft volgens de onderzoekers nog het idee dat die vetbolletjes juist een besmetting bevorderen door micro-organismen van voedsel te voorzien.

Bronnen: le Monde, Science

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.