
De CAR T-behandeling in beeld gebracht (afb: hematon.nl)
De CAR-T-therapie om afweercellen te ‘leren’ zich tegen kankercellen te keren wordt al langer tegen bloedkankers gebruikt, maar lijkt nu ook steeds meer in beeld te komen bij de bestrijding van vaste tumoren. Dat wil niet zeggen dat er helemaal geen negatieve kanten zitten aan deze immuuntherapie. Onderzoekers rond Kai Rejeski van de Ludwig Maximilians-universiteit stellen nu een nieuwe strategie te hebben ontwikkeld om zelfs nieuwe bijwerkingen systematisch en sneller aan te pakken. Deze strategie heet IAGO gedoopt naar de schurk in Shakespeares Othello.
Omdat steeds meer patiënten dankzij CAR-T-celtherapie jarenlang overleven, komen de bijwerkingen op de lange termijn steeds meer in beeld. Voorbeelden hiervan zijn ontstekingen van het zenuwstelsel, langdurige veranderingen in het bloedbeeld en secundaire tumoren, maar vooral grootschalige besmettingen. “Dit komt doordat de CAR-T-cellen die in het lichaam achterblijven andere afweercellen vernietigen, met name B-cellen, wat uiteindelijk leidt tot een antilichaamtekort”, stelt Rejeski. “Bovendien kunnen aanhoudende cytopenieën (cellentekort; as) en langdurige uitputting van de lichaamseigen T-cellen, bijvoorbeeld door initiële lymfodepletie (tekortschieten lymfesysteem; as), het afweersysteem permanent verzwakken. Daarom moeten besmettingen niet worden gebagatelliseerd, omdat ze frequent kunnen voorkomen en ook ernstig kunnen zijn. Daar moet rekening mee worden gehouden.”
Om die zo systematisch mogelijk op te sporen en te behandelen, is onderzoek in universitaire ziekenhuizen nodig en onderzoek in universitaire ziekenhuizen vereist gestructureerde gegevensverzameling, ook in nauwe samenwerking met de huisartsen die de langdurige zorg aan de patiënten verlenen, aldus de onderzoekers.
Rejeski: “We hebben nieuwe meldsystemen nodig met gedefinieerde normen voor CAR-T-geassocieerde besmettingen.” Dan gaat het om normen die antwoord geven op vragen zoals: Wanneer is de infectie ontstaan? Was het een bacteriële, virale of schimmelbesmetting? Hoe ernstig was die? Is de besmetting ontstaan terwijl de patiënt in het ziekenhuis of thuis was? Heeft de patiënt antibiotica gekregen toen de infectie zich ontwikkelde?
Dit is alle informatie die we nodig hebben om het infectierisico tussen verschillende CAR-T-producten te kunnen vergelijken met behulp van dezelfde normen. “Hier,” stelt Rejeski, “moeten we duidelijk verbeteren.”
Helpen
IAGO is ook bedoeld om hierbij te helpen. IAGO staat voor Identificatie – Attributie – Gradatie – Optimalisatie. Deze strategie is bedoeld om elke nieuwe groep bijwerkingen op een gestructureerde manier aan te pakken, inclusief infecties, evenals recent ontstane neurologische bijwerkingen of de ontwikkeling van tumoren die mogelijk verband houden met CAR-T-behandeling.
De eerste stap omvat het identificeren en beschrijven van bijwerkingen op basis van hun frequentie, ernst en persistentie. De tweede stap, attributie, betreft de vraag of bijwerkingen die optreden daadwerkelijk ook kunnen worden toegeschreven aan de behandeling. De derde stap, het vaststellen van een graderingssysteem, draait om de klinische evaluatie van de bijwerking volgens een uniform systeem. Zodra dit is vastgesteld, zouden alle artsen het moeten gebruiken.
Optimalisatie tenslotte is de laatste stap. Dat wil zeggen het optimaliseren van de behandeling van de beschreven bijwerkingen met behulp van nieuwe therapeutische benaderingen. “Dit alles”, zegt Rejeski, “vormt het raamwerk voor het beheersen van de schadelijke bijwerkingen.”
Bron: idw-online.de