Virus herprogrammeert hersencellen Parksinsonmuisjes

Hersencellen bij Parkinsonpatiënten produceren veel minder van de signaalstof dopamine

Hersencellen bij Parkinsonpatiënten produceren veel minder van de signaalstof dopamine (lichtblauw) (afb: Sciencephoto.com)

Het moet niet gekker worden, denk je soms als je over onderzoek leest, maar waarom zou je niet alle bondgenoten gebruiken die je kunt inzetten tegen ziektes? Neem nou virussen. Die micro-organismen, waarvan de geleerden nog niet weten of we die wel tot het ‘leven’ mogen rekenen, hebben we al in dienst genomen om allerlei klusjes te doen, zoals het afleveren van DNA aan cellen, waarom zouden we die niet inzetten tegen ziektes? Die van Parkinson, bijvoorbeeld, om hersencellen om te programmeren tot gezond. Zoiets. Bij muisjes leverde de aanpak resultaat op.

Bij gebrek aan de signaalstof dopamine gaat er iets fout in de motorische aansturing. Dat zie je dus gebeuren bij mensen met de ziekte van Parkinson. Het inspuiten van foetale cellen in de hersens, ter vervanging van afgestorven hersencellen leek een beloftevolle richting, maar die komen geaborteerde foetussen. Dat is niet kies en bovendien allesbehalve een betrouwbare bron. Bovendien moeten de ontvangers afweeronderdrukkers slikken (want de cellen zijn niet eigen).
Ernest Arenas van het Karolinska-instituut in Stockholm (Zwe) denkt een andere manier gevonden te hebben om de afgestorven dopaminevormende cellen in de hersens te vervangen. Hij en zijn medeonderzoekers spoten een virus in de hersentjes van muizen in met een tekort aan dopaminevormende cellen. Dit virus was genetisch zo veranderd dat zijn DNA vier genen bevatte die stercellen, ook astrocyten genoemd, moesten omprogrammeren tot dopaminecellen.
Vijf weken later zagen ze in de ‘Parkison-muisjes’ enige verbetering: ze bewogen zich beter. “Ze liepen beter en hun gang was minder onevenwichtig dan van de controlegroep”, zegt Arenas. Volgens hem is dat de eerste keer dat het herprogrammeren van cellen in het brein zulke resultaten te zien heeft gegeven.

Gelokaliseerd

Het effect van de genen die het virus had meegebracht was gelokaliseerd op de plaats waar die bij de beestjes in de hersens terecht waren gekomen. De onderzoekers zagen geen omgeprogrammeerde hersencellen in andere delen van de hersens. Ook zagen ze geen tekenen van gezwellen of andere ongewenste gevolgen van de virusinjectie.
Ze gebruikten dezelfde vier genen om menselijke stercellen in een petrischaaltje om te vormen tot dopaminecellen. Dat zou er op duiden dat ook mensen vatbaar zouden kunnen zijn voor de virusbehandeling.

Arenas is echter voorzichtig. De veiligheid van de methode bij mensen moet eerst nog bewezen worden en ook de techniek zal moeten worden bijgepunt alvorens die kan worden toegepast bij mensen. “De grote vraag is of dit ook werkt in oudere, menselijke hersens en of er voldoende dopaminecellen van het juiste type zullen ontstaan die zich net zo verbinden met de hersencellen als getransplanteerde dopaminecellen doen.”

Bron: New Scientist

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.