Virussen zijn eng, vinden we, maar begrijp goed dat gentherapie zonder virussen zo niet onmogelijk dan toch een stuk problematischer zou zijn. Onderzoekers gebruiken virussen om in gentherapie allerlei klusjes te laten doen zoals het inbouwen van ‘nieuwe’ genen. Virussen schijnen nog andere onvermoede talenten te hebben. Zo kan een virus dat sedert kort een zekere beruchtheid heeft opgebouwd, het zika-virus, mogelijk iets betekenen bij de bij de bestrijding van een glioblastoom (of glioom), een agressieve vorm van hersenkanker die vrijwel niet te genezen is.
Het zikavirus schijnt ook goede kanten te hebben. Volgens onderzoekers van de staatsuniversiteit van Washington zou dat virus een positieve rol kunnen spelen bij de bestrijding van gliomen. Het virus zou de de agressieve glioomstamcellen vernietigen zonder andere cellen, ook niet andere tumorcellen, iets aan te doen.
In normale doen besmet het virus hersenvoorlopercellen, een ontwikkelingsstadium van hersenstamcellen, in het zenuwsstelsel. In een zich ontwikkelende vrucht betekent dat dat de hersens niet tot volle wasdom komen. Er ontstaan kleine, onvolgroeide hersens (microcefalie). Bij volwassenen schijnt het zikavirus niet veel met de hersens te doen en dus (vrij) ongevaarlijk te zijn. Vandaar waarschijnlijk, dat het virus zo lang onder de radar is gebleven.
De onderzoekers deden hun ontdekking toen bleek dat muisjes met een hersentumor baat bleken te hebben bij een injectie met het zikavirus direct in de hersentumor. Twee weken na de prik bleek de tumor aanzienlijk kleiner te zijn geworden bij de aldus behandelde muisjes met een glioom. Ook bleek die behandeling de de muisjes een aanzienlijke grotere overlevingskans te geven dan de onbehandelde hersenkankerpatiëntjes.
De onderzoekers injecteerdenm het virus direct in de tumor, om te voorkomen dat het virus elders voorlopercellen in de hersens zou aanvallen. Dat type cellen komt bij volwassenen echter erg weinig voor.
Menselijke cellen
De onderzoekers probeerden de behandeling ook uit op een kweek van menselijke kankerstamcellen. Andere (tumor)cellen liet het virus ongemoeid. De onderzoekers zien een hoopgevende behandeling van gliomen in het verschiet, eventueel in combinatie met chemotherapie en/of bestraling. “Het is een doelgerichte aanpak, waarbij alleen kankerstamcellen worden gedood”, zegt onderzoeker Jeremy Rich. “Die kankerstamcellen zijn met de gebruikelijke therapieën erg moeilijk te bestrijden en daarmee dus ook gliomen.”
De onderzoekers hebben ook uitgezocht of het virus gezonde, niet-kankercellen aanpakt. Dat bleek niet het geval. Het ‘beestje’ is dus erg kieskeurig. Voor de zekerheid hebben de onderzoekers het virus door genmanipulatie wat verzwakt (‘kreupel’ gemaak), om er zeker van te zijn dat het geen kwaad kan aanrichten. Die kreupele virussen bleken echter minder effectief dan de originele.
Bron: Futura-Sciences