Je verstand zit in je hersenschors en de hippocampus. Bepaalde hersencellen bevatten het eiwit SATB2. Als dat in die cellen ontbreekt verandert de ruimtelijke structuur van DNA en daarmee het denkvermogen, is het idee. Onderzoekers in, onder meer, Oostenrijk zouden erin geslaagd zijn beide structuren te verwezenlijken (met en zonder dat eiwit), waarmee ze meer te weten zouden zijn gekomen over psychiatrische aandoeningen.In verschillende psychiatrische ziektes zoals dementie of schizofrenie zijn de cognitieve proces, het leren en onthouden, verstoord. Onderzoekers rond Georg Dechant van de universiteit van Innsbruck hebben in dit proces vooral hun vizier gericht op SATB2.
Ze toonden aan dat dat eiwit in de celkern van bepaalde neuronen in de hersenschors zorgt voor een bepaalde ruimtelijke opbouw van het DNA. Als dat eiwit ontbreekt dan tast dat ons verstand (sjieker: onze cognitieve vaardigheden) aan.
Het is in dit blog al vaker verteld dat ons DNA uitgerekt zo’n 2 m lang is. Dat enorme molecuul moet dan in het celkerntje worden gepropt van zo’n 20 µm (1 µm is eenmiljoenste meter). Hoe dat DNA opgevouwen zit in de celkerm is voor elke celsoort anders, zodat de voor die celsoort belangrijke genen makkelijk kunnen worden bereikt (in- of uitgeschakeld.
“SATB2 bindt zich aan het DNA en heeft zo direct invleod op de genacitiviteit”, zegt medeonderzoeker Nico Wahl. Daar heeft dat eiwit, zo is gebleken, een grote invloed op de ruimtelijke structuur van het erfgoed en daarmee op de activiteit van honderden voor het verstand belangrijke genen die voer het hele 2m lange molecuul zijn verspreid. Dechant: “Die voor de cognitie belangrijke genen zijn verspreid maar moeten toch vaak gezamenlijk worden afgelezen en gereguleerd.”
Ruimtelijke ordening
De onderzoekers hebben nu aangetoond dat deze ‘ruimtelijke ordening’ in de celkern wezenlijk is voor het (goed) functioneren van het verstand. Als dat eiwit muteert dalen de cognitieve vaardigheden tot een iq van onder de 40. Dechant: “Het was een verrassing dat SATB2 specifiek de risicoplaatsen (op het DNA; as) beïnvloedt. We vermoeden daarom dat een verkeerde ruimtelijke structuur neuropsychiatrische ziektes veroorzaakt of verergert.”
Volgens Dechant betekent dat dat een andere kijk op die ziektes rechtvaardigt. Het ziet er volgens hem nu naar uit dat de celkern het doelwit zal worden voor medicinale behandeling. “Ik ben ervan overtuigd dat we in de toekomst het niet meer alleen over neurotransmitters en synapsen (contactpunten tussen hersencellen; as) hebben.”
SATB2 is voor mens en muis grotendeels hetzelfde molecuul. Dat verschilt slechts in drie aminozuren (de bouwstenen van eiwitten). Aangezien het lastig is om (menselijke) hersencellen te kweken is het niet mogelijk om die te onderzoeken in het lab. Dus zijn muisjes zeer waarschijnlijk het uitgezochte profkonijn.
Bron: idw-online.de