Chemicaliën kunnen genactiviteit veranderen

Carl-Gustaf Bornehag

Carl-Gustaf Bornehag (afb: univ. van Karlstadt)

Het lijkt dat bepaalde chemicaliën de activiteit van genen kunnen veranderen door methylering van genen. Onderzoekers in Zweden denken aangetoond te hebben dat op die manier de stof bisfenol F (bis(4-hydroxyfenyl)methaan), die toegepast wordt in kunststoffen, verantwoordelijk is voor een storing in de ontwikkeling van de hersens in ongeboren kinderen. Daardoor zou hun iq op latere leeftijd lager liggen dan van hun leeftijdgenoten.
“We hebben eerder aangetoond dat bisfenol F mogelijk van invloed is op de hersenontwikkeling. Het lijkt er nu op dat we het biologische mechanisme gevonden hebben die dat kan verklaren”, zegt Carl Gustaf Bornehag, van de universiteit van Karlstadt. Bepaalde chemische verbindingen zouden de genactiviteit kunnen veranderen. Door methylering worden genen op DNA lastiger bereikbaar voor aflezing, waardoor er minder of in het geheel geen eiwit wordt geproduceerd waarvoor dat gen codeert.
De onderzoekers maten de bisfenol-F-spiegels in het bloed van zwangere vrouwen in de eerste drie maanden van de zwangerschap en bleven de geestelijke ontwikkeling van de borelingen volgen. Zo werd toen die zeven jaar waren de DNA-methylering bepaald. Als de moeder bisfenol F in het bloed heeft dan krijgt de foetus daar ook een ’tik’ van mee.

Jongetjes

Het bleek dat bij foetussen die hadden blootgestaan aan hoge doses bisfenol F de methylering van een bepaald gen was toegenomen: GRIN2B. Het eiwit dat daarbij hoort speelt een belangrijke rol in de hersenontwikkeling. Een grotere methylering van dat gen betekende dat de kinderen een lager iq zouden hebben. Die relatie werd alleen bij de jongetjes gevonden. In het persbericht wordt niet uitgelegd hoe dat zou kunnen komen.

Het bleek dat een kwart van de kinderen die tijdens zwangerschap was blootgesteld aan hoge bisfenol-F-doses twee (=2) punten lager scoorden op de iq-schaal ten opzichte van het kwart van de foetussen die de laagste doses hadden gekregen. Dat lijkt een klein verschil, maar volgens de onderzoekers is die toch betekenisvol.
Dit onderzoek was een deelproject van het SELMA-bevolkingsonderzoek waarin de invloed van chemicaliën op de ontwikkeling van foetussen en de eerste kinderjaren wordt gevolgd.

Bisfenolen vormen een groep chemische verbindingen die worden toegepast in kunststoffen. De bekendste is bisfenol A. Die stoffen krijgen we vooral via onze voeding en dranken binnen (via het verpakkingsmateriaal). Toepassing wordt in toenemende mate aan banden gelegd. Zo is bisfenol A in de EU verboden in babyflesjes. De stof wordt steeds vaker vervangen door het minder schadelijke bisfenol B, maar die stof is nooit erg goed onderzocht op gezondheidseffecten.

Bron: Alpha Galileo

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.