‘Synthetische’ embryo’s, smeet’s, nieuw ethisch dilemma

Oppervlak van een menselijke embryonale stamcel

Oppervlak van een menselijke embryonale stamcel (afb: NYT)

Ik denk dat dat vooral op het gebied van genetische technologie speelt. Dat terrein ontwikkelt zich relatief snel, maar komt daarmee ook steeds meer ethische dilemma’s tegen. Moet alles wat kan ook gedaan worden? Nu doet zich weldra de mogelijkheid voor om uitgaande van stamcellen ‘synthetische’ embryo’s te kweken. Die kun je gebruiken om nieuwe weefsels of organen te kweken, maar uiteindelijk ook, is de verwachting, om die uit te laten groeien tot volgroeide zuigeling. Willen we dat?
John Aach van de Harvard-universiteit (VS) en medeonderzoekers hebben geprobeerd het ethisch terrein te verkennen rond de synthetische menselijke entiteiten met embryoachtige trekken (smeet’s?), zoals ze die ‘synthetische’ mensembryo’s noemen.
Nu zou het nog niet zo ver zijn dat uitgaande van stamcellen voldragen mensenkinderen te kweken zijn, maar in de toekomst zouden er ingewikkelder ‘structuren’ gekweekt kunnen worden zoals een kloppend hart verbonden met een rudimentair brein. Zo’n ‘constructie’ zou veel kunnen zeggen over de relaties tussen hart en hersens. Bedenk zo nog maar wat, tot je uiteindelijk uitgaande van stamcellen een voldragen baby kunt ‘kweken’.

De huidige regels zijn ontoereikend. Aach vindt dat voor het zover is er afspraken gemaakt moeten worden. Zo vindt Aach, het wordt allemaal wel erg Frankenstein-achtig, dat er nooit zulke ‘constructies’ gekweekt zouden mogen worden die pijn voelen. Je kunt je natuurlijk al eerder afvragen als wat beschouw je, beschouwt de maatschappij, zo’n constructie? Aach: “We zouden uit vele hoeken inbreng moeten hebben. De problemen zijn eenvoudigweg te groot.”

Glijdende schaal?

Je zou kunnen zeggen dat het pad begon te hellen bij de eerste reageerbuisbevruchting, zo’n 40 jaar geleden. In 1970 kondigde Robert Edwards van de universiteit van Cambridge (Eng) aan dat hij en zijn medewerkers er in geslaagd waren een menselijke eicel buiten het lichaam te bevruchten met een zaadcel en dat ze de daaruit ontstane embryo twee dagen in leven hebben gehouden. Na twee dagen bestaat een mensenembryo uit zestien cellen.

Er ontstond een discussie hoe lang de embryo’s buiten het (moeder)lichaam mochten blijven. In Amerika werd in 1979 gesteld dat veertien dagen de max was, als de eerste tekenen van celdifferentiëring zichtbaar worden. Overigens was die limiet ruim boven wat in de praktijk mogelijk was.
In 1998 namen onderzoekers stamcellen uit een vroeg embryo en ontdekten dat je daarmee allerlei weefsel of organen kon kweken zoals hart- of spiercellen. In 2007 vonden Japanse onderzoekers een manier om uit volwassen cellen (weer) stamcellen te kweken: pluripotente stamcellen. Vrij recentelijk is er, uitgaande van stamcellen, iets gemaakt dat kenmerken zou hebben van een muizenembryo (voor zover ik weet nog niet van mensen).

‘Synthetische’ embryo’s

Dan zou je verwachten dat het nog maar een kwestie van tijd is of dat zou ook gedaan kunnen worden met geherprogrammeerde volwassen cellen. Zo zou je een ‘synthetische’ embryo kunnen kweken uit huidcellen. Aach: “Daar moeten we het nu over hebben, nu er nog tijd is.”

Sophia Roosth, historica op het gebied van wetenschap, ziet niet zoveel problemen, of althans de ethici hoeven niet met niks te beginnen. Ook bij klonen, weefselkweek en dergelijke zijn er oplossingen gevonden, stelt ze.

Jurist Henry Greely van de universiteit van Stanford is niet zo optmistisch. Er moet een discussie komen, vindt hij ook, maar het zal veel moeilijker worden tot een handhaafbaar akkoord te komen zoals de 14-dagenregel voor ivf. Linksom of rechtsom, het terrein rond de geboorte wordt steeds meer ‘geïndustrialiseerd’. We zijn langzaam maar zeker die kant op ‘gegleden’. Moeten we ons verzetten? En zo ja, heeft dat zin? Ik word er niet vrolijker op.

Bron: New York Times

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.