Het lijkt er op dat injecties met vitamine C helpen tegen bloedkanker, althans bij muizen werkte dat. Vitamine C helpt om te voorkomen dat woekercellen nog delen. Uiteindelijk is dat hun einde (dood).
Bij sommige bloedkankers, met inbegrip van acute en chronische leukemie, is het gen TET2 gemuteerd. Dat gen codeert voor een eiwit dat er voor zorgt dat (bloed)stamcellen netjes differentiëren, maar bij een mutatie kan het gebeuren dat die stamcellen maar raak delen. Dat leidt tot kanker.
Luisa Cimmino en Benjamin Neel van de universiteit van New York en medewerkers ‘programmeerden’ muisjes genetisch zo dat die een veranderbaar TET2-gen kregen. Ze constateerden dat een 50% lagere TET2-aciviteit kan leiden tot kanker. De TET2-activiteit moet laag blijven bij de ontwikkeling van de ziekte. Cimino: “Als we TET2 genetisch herstellen, dan blokkeert dat de ongezonde deling en gaan de cellen dood.”
Van vitamine C is bekend dat die stof bij embryonale stamcellen TET2 activeert en meehelpt de deling onder controle te houden. De onderzoekers injecteerden gedurende 24 weken elke dag bij muisjes met een lage TET2-activiteit zeer hoge doses vitamine C. Daardoor werd de ontwikkeling van leukemie vertraagd. Aan het eind van de proefperiode bleek dat een controlegroep, die geen vitamine C had gekregen, drie keer zoveel witte bloedlichaampjes in hun bloed hadden, een voorteken van leukemie, dan de vitamine C-muisjes.
Menselijk
De onderzoekers probeerden de truc ook uit op menselijke leukemiecellen. Vitamine C bleek het resultaat van een kankermedicijn te versterken. Neel hoopt dat mettertijd hoge doses vitamine C zullen worden gebruikt in kankerbehandelingen. Zeker ook voor oudere bloedkankerpatiënten zou het een uitkomst zijn, denkt hij.
Dat doet me denken aan de experimenten van de Amerikaanse Nobelprijswinnaar (scheikunde) Linus Pauling, die zwoer bij hoge doseringen vitamine C als middel tegen reeksen van ziektes. Om dat vitaminefanatisme werd hier en daar wel eens gemompeld dat Pauling gek geworden was.
Volgens Neel voorkom je kanker niet door grote hoeveelheden vitamine C te slikken. De muisjes kregen 100 mg per injecties, het equivalent van twee ‘sinaasappels’. Een mens is gemiddeld zo’n 3000 keer zwaarder dan een muisje. Het lichaam zou alles boven de 500 mg weer afscheiden. Vitamine C zou moeten worden ingespoten, maar dan nog. “Je krijgt die hoeveelheid niet via sinaasappels binnen.” Pilletjes, misschien?
Bron: New Scientist