Het klinkt als hocus-pocus maar kennelijk hebben de biologische klok en het voortschrijden van het kankerproces iets met elkaar te maken. Die biologische klok maakt dat ons lichaam zich aan periodiciteit aanpast, zoals het dag/nachtritme. Onderzoekers van de Stad van Hoop in Californië ontdekten bij muisjes dat als een gen dat (mede) verantwoordelijk is voor de biologische klok defect (gemuteerd) is het borstkankerproces bij dikke muisjes versnelde. Wellicht dat daar een ‘knop’ te vinden is om dat proces te vertragen of zelfs helemaal stop te zetten, speculeren de onderzoekers.
Vaak wordt aangenomen dat die biologische klok het ontstaan van een ziekte kan afremmen of bevorderen. Er is onderzoek gedaan dat aannemelijk heeft gemaakt dat nachtdiensten de interne klok in het ongerede brengen waardoor het risico op borstkanker wordt vergroot. Nu denken onderzoekers rond David Ann een nieuwe rol voor het ‘klokgen’ te hebben gevonden. Dat zou invloed hebben op tripelnegatieve borstkanker, een agressieve vorm van kanker.
Ann: “Wij zijn de eersten geweest die het circadische eiwit BMAL1 als tumoronderdrukker hebben aangewezen. Dat wisselwerkt met de stofwisseling van prediabetische, obese mensen. Tekort aan BMAL1 in een prediabetische of obese omgeving stimuleert borstkanker. Deze ontdekking brengt ons een stapje dichter bij de ontwikkeling van een persoonsgerichte behandeling op basis van genetica en leefstijl.”
Zwaarlijvigheid
Het huidige onderzoek was opgezet om het verband aan te tonen tussen de biologische-klokgen en de voortgang van de ziekte. Zwaarlijvigheid is een risicofactor voor vele kankers. Daarom willen de onderzoekers bekijken of er ook met andere kankertypen een verband bestaat met het functioneren van het ‘klokgen’. “Het groeiend aantal openbare gegevensbestanden in de kankergenomica heeft het ons mogelijk gemaakt om hypotheses te testen”, zegt medeonderzoeker Ching Ouyang.
De onderzoekers vonden dat bij dikke, prediabetische muisjes die geen BMAL1 produceerden borstkanker zich sneller ontwikkelde dan bij slanke lotgenoten. Of die ook dat eiwit misten kan ik uit het persbericht en de samenvatting van het artikel niet opmaken (tot het hele artikel heb ik geen toegang). Ook zaaide de borstkanker dan sneller uit naar de longen. Hieruit concludeerden de onderzoekers dat het BMAL1-gen mogelijkheden biedt de voortgang van (borst)kanker en uitzaaiing te vertragen bij dikke, prediabetische patiënten.
Uiteraard is er nog een hoop te onderzoeken. Volgens Ann zouden in de verre toekomst van kankerpatiënten wel eens de BMAL1-spiegels kunnen worden opgevraagd en zou hun bloed wel eens kunnen worden onderzocht op het al of niet gezonde voedingspatroon van de patiënt. BMAL1 zou voor dikke, prediabetische mensen wel eens als medicijn kunnen worden voorgeschreven.
Het is natuurlijk zinnig patiënten (of eigenlijk iedereen) aan te raden gezond te eten en voldoende te bewegen. Ann: “Kleinere maaltijden, maar vaker, minder suiker’ niet al te veel vetten.” Ach ja, dat weten mensen natuurlijk al jaren, alleen handelen ze daar niet naar; niet al te vaak, tenminste.
Bron: EurekAlert