Vogelgriep heerst weer eens en dat kost veel vogellevens. Onderzoekers hebben geprobeerd met behulp van de CRISPR-methode kippen resistent voor vogelgriep te maken, maar dat lijkt niet helemaal gelukt te zijn. Die methode heeft zo haar beperkingen, blijkt maar weer eens, al lijkt het vooral de razendsnelle genetische veranderingen die virussen ondergaan die hun bestrijding moeilijk maakt.
Bij kippen is het A-griepvirus (IAV) afhankelijk van het gastheereiwit ANP32A. De onderzoekers gebruikten CRISPR/Cas9 om kippen te genereren die twee andere aminozuren in het eiwit ANP32A hebben waardoor het virus kansloos wordt (dachten ze). Na de besmetting met het virus bleef 90% van de genetisch veranderde kippen ziektevrij.
Een hogere dosis leidde echter toch tot doorbraakinfecties. Het vogelgriepvirus was inmiddels gemuteerd waardoor het beoogde effect uitbleef.
Onverwachts repliceerde dit virus zich ook in kippenembryo’s die waren bewerkt om het volledige ANP32A-gen te verwijderen en het virus in plaats daarvan familieleden van dat gen/eiwit (ANP32B en ANP32E voor kippen) gebruikte. Het verwijderen van ANP32B en ANP32E elimineerde alle virale groei in kippencellen. De aanpak lijkt werkbaar, maar volgens de onderzoekers zijn er andere en meer genoomwijzingen nodig om het virus de baas te worden.
De aanpak geeft maar weer eens aan dat de strijd tegen ziekteverwekkende virussen bijzonder lastig is, aangezien veel virussen zich razendsnel aanpassen om hun ‘zin’ (vermenigvuldigd te worden) door te drijven.
Bron: New York Times