Gentherapie schijnt suikerzieke muizen te helpen

Geïmplanteerde beta-cellen

De geïmplanteerde beta-cellen in de muis gingen na twee weken bij stijging van de suikerspiegel insuline (groen) produceren (foto: Douglas Melton)

Voor suikerziekte, waarbij de alvleesklier van de patiënt geen of onvoldoende insuline aanmaakt, zijn al verschillende oplossingen bedacht. Normaal is dat de patiënt zich ‘bedient’ van de insulinespuit. Daar valt goed mee te leven, maar het zou toch mooi zijn als alles weer normaal zou worden. Die kans op een normaal leven groeit na de geslaagde gentherapie waarbij muizen, menselijke, beta-cellen kregen geïmplanteerd, die netjes insuline gingen produceren en de muis suikerpatiënt af was.

Onderzoeker Douglas Melton van de Harvard-universiteit is ervaringsdeskundige. Zijn dochter werd patiënt op haar veertiende en zijn zoontje werd al vroeg suikerziek. Hij zoekt al twintig jaar als ontwikkelingsbioloog op het stamcelinstituut van Harvard naar een oplossing. Deze week kon hij succes melden. Uitgaand van embryonale of pluripotente stamcellen kweekte hij beta-cellen. Die werden bij muizen geïmplanteerd met een vorm van suikerziekte. De muizen genazen. Die beta-cellen, wordt heel voorzichtig gesteld, zouden een uitstekend studieobject kunnen vormen en op den duur kunnen worden gebruikt om diabetici te genezen.
Beta-cellen zitten in de alvleesklier. Ze produceren insuline afhankelijk van het glucosepeil in het bloed. Het hormoon zorgt voor het opslaan van suiker in de vorm van glycogeen en nog wat andere (suiker)zaken. Bij suikerziekte type 1 keert het eigen afweersysteem zich tegen de beta-cellen. Waarom is onduidelijk. Dan wordt suiker een probleem, dat met insulinespsuiten in bedwang moet worden gehouden.

Sedert eind vorige eeuw is geprobeerd uit embryonale of, later, pluripotente stamcellen beta-cellen te kweken. Dat bljkt nog niet zo eenvoudig te zijn. Verschillende onderzoekers zijn zo ver als de voorlopercellen van beta-cellen gekomen, die rijpen als ze geïmplanteerd worden bij proefdieren. Dat duurt zes weken. Buiten het lichaam blijken de beta-cellen lastig te bestuderen. Toch zijn vorige maand klinische proeven gestart bij een Californisch bedrijf dat ViaCyte heet.
Melton heeft na al die jaren studie met zijn medeonderzoekers een methode gevonden om stamcellen om te zetten in functionele beta-cellen. “Daar komt geen toverkunst bij kijken”, zegt hij. “Het is niet zozeer een ontdekking als wel een voorbeeld van toepgepaste ontwikkelingsbiologie. Het protocol is reproduceerbaar maar bewerkelijk.” De stamcellen worden gekweekt in erlenmeyers en vereisen vijf voedingsbodems en 11 moleculaire factoren, die variëren van suikers tot eiwitten, die in de juiste combinaties na 35 dagen beta-cellen opleveren. In een erlenmeyer van een halve liter zijn 200 miljoen beta-cellen te kweken, genoeg voor één patiënt. Het blijkt niet uit te maken of je met embryonale of pluripotente stamcellen begint.

Dan kun je die cellen in de alvleesklier van de patiënt implanteren, maar het afweersysteem heeft de vorige lichting al ‘opgevreten’, dus dat zal hoogstwaarschijnlijk niet werken. Melton c.s. zoeken naar wegen om aan de ‘wraak’ van het afweersysteem te ontkomen. Dat kan bijvoorbeeld door ze te isoleren. Dat soort ideeën zijn al vaker geopperd en, dacht ik, ook uitgevoerd. Ondertussen worden de beta-cellen vooral gebruikt om meer inzicht te krijgen in type 1 en type 2 suikerziekte (de laatste ook wel ouderdomssuikerziektes genoemd), het beproeven van therapieën of voor het ‘verbeteren’ van bestaande beta-cellen. Ook moet nog steeds uitgevist worden wat de genetische achtergrond van diabetes is. Er is nog genoeg te onderzoeken.
Zoon en dochter van Melton, inmiddels 23 en 27 jaar, bleken niet verrast. “Ga door en los het probleem op”, zeiden ze volgens Science tegen hun vader. Waarom die, menselijke, beta-cellen bij muizen dan wel goed werken, vertelt het verhaal niet.

Bron: Science

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.