Appeltje-eitje zou je zeggen, maar de eerste stap in het leven van een organisme gaat minstens zo vaak fout als goed. We hebben het dan over het combineren van het DNA van de zaad- en van de eicel tot een dubbele helix (enzovoort.). Dat zou zijn gebleken uit hogeoplossingsbeelden van die ‘vereniging’.
Nadat een zaadcel een eicel heeft bevrucht combineren de enkele DNA-strengen zich tot een volledig genoom, is het idee, maar die eerste stap gaat nogal eens mis. Zo zouden bij de helft of zelfs meer van de ‘verenigingen’ een afwijkend aantal chromosomen worden gevormd (bij mensen 23 paren), Dergelijke embryo’s redden het meestal niet tot de geboorte.
Om uit te zoeken hoe dat komt bekeken Melina Schuh van het Max Planckinstituut voor biofysische scheikunde en medeonderzoeksters met behulp van microscopen met een hoge resolutie de allereerste fase van de ontwikkeling van mens- en koe-embryo’s. Ze zagen dat de afzonderlijke DNA-strengen van zaad- en eicel zich ‘groepeerden’ op een bepaalde plaats o zich te verenigen.
Dat zou soepel moeten verlopen, maar dat proces blijkt toch knap ingewikkeld te zijn, zodat het vaker fout dan goed gaat. Dat leidt onder meer (dus) tot een afwijkend aantal chromosomen (aneuploïdie) of fragmenten die stukjes van bepaalde chromosomen bevatten, zo stellen de onderzoeksters.
Bron: Nature