Mannen en vrouwen verschillen tot op celniveau

vrouwen en mannen verschillen ook op celniveau

Nanodeeltjes (groen) komen soms makkelijker vrouwelijke cellen binnen dan mannelijke of omgekeerd (afb: Morteza Mahmoudi)

Mannen en vrouwen verschillen, naar het nu lijkt, zelfs op celniveau. Onderzoekers in de VS en Canada ontdekten dat er verschil is tussen mannelijke en vrouwelijke cellen als het gaat om het opnemen van nanodeeltjes om, bijvoorbeeld, medicijnen af te leveren of om genmateriaal te bezorgen. Ook reageerden mannelijke cellen anders dan vrouwelijke op technieken om gen te herprogrammeren.
“Ondanks grote onderzoeksinspanningen op het gebied van nanogeneeskunde, halen veel minder nanodeeltjestechnieken de klinische proeven dan verwacht”, zegt onderzoeker Morteza Mahmoudi van de Harvard-universiteit in Cambridge (VS). “Dat heeft er mee te maken dat er een groot verschil is tussen de pogingen en succesvolle klinische proeven, voor een deel toe te schrijven aan een gebrek aan kennis van de wisselwerking tussen de deeltjes en het celsysteem. In de afgelopen tien jaar ben ik op zoek geweest naar factoren die dat verschil kunnen verminderen. Zo hebben we nooit geweten dat er een verschil is in reacties bij cellen van mannen en vrouwen op het precies hetzelfde nanodeeltje en in dezelfde concentraties.”
In het verleden hebben Mahmoudi en de zijnen al verschillende hiaten in de kennis hieromtrent kunnen aanvullen. Dan gaat het om zaken als het individu, celtype en -vorm of incrubatietemperatuur.
Om te zien of er een verschil was tussen mannelijke en vrouwelijke cellen experimenteerden de onderzoekers met vruchtwaterstamcellen, die werden gewonnen uit de moederkoek van vrouwelijke en mannelijke vruchten. De vrouwelijke stamcellen namen veel meer nanodeeltjes op dan de mannelijke.

Paracriene factoren

Cruciaal daarbij bleken de zogeheten paracriene factoren te zijn, kleine eiwitten die kunnen wisselwerken met het oppervlak van naodeeltjes. Van de 63 verschillende paracriene factoren waren er 14 duidelijk verschillend. Dat kan uiteindelijk van invloed zijn op de interactie van die deeltjes met de cellen.
Daarnaast zagen de onderzoekers ook verschillen in de organisatie, verdeling en vorm van de actinedraden tussen mannelijke en vrouwelijke vruchtwaterstamcellen. Deze draden maken deel uit van het celskelet, maar zorgen ook voor verplaatsing van organellen in een cel.
“Die verschillen zouden een groot effect kunnen hebben op hoe cellen met nanodeeltjes omgaan. Als de nanodeeltjes zijn beladen met medicijnen dan betekent een verschil in opgenomen nanodeeltjes een verschil in effectiviteit, maar ook in veiligheid.”
De stamcellen kunnen ook geherprogrammeerd worden door genen in- en uit te schakelen. Het bleek de onderzoekers dat het ook hierbij een verschil is tussen mannelijke en vrouwelijke cellen. Vrouwelijke cellen reageren tot negen keer zo heftig als mannelijke cellen. Ik neem aan dat daar de het verschil in doordringbaarheid van de nanodeeltjes in de cellen een hoofdrol speelt.
De onderzoekers probeerden de nanodeeltjes ook uit bij andere typen cellen zoals bindweefselcellen van ouderen en vonden ook daar geslachtsgebonden verschillen. Hier bleek dat juist de mannelijke bindweefselcellen meer nanodeeltjes opnemen dan de vrouwelijke. Ook zagen ze verschillen in organellen als de mitochondriën en endoplasmatisch reticulum.

Mahmoudi: “Ook het celtype blijkt dus van belang. Als we medicijnen willen afleveren op die manier dan is zowel het geslacht als het celtype van belang. Er zal meer onderzoek nodig zijn om de fysiochemische en mechanische verschillen tussen vrouwelijke en mannelijke cellen te kunnen vaststellen.”

Bron: EurekAlert

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.