Het lijkt er op dat cellen geen vaste plaats hebben in het genoom. Onderzoekers van het Britse Brabaham-instituut en van het Weizmann-instituut in Israël denken dat die wandelende genen cellen helpen te reageren op veranderingen, aangezien met verandering van positie ook de activiteit van het gen verandert.
Genen blijken geen vaste plaats in het genoom te hebben, dat bleek de onderzoekers na bestudering van genen in stamcellen van muizen, althans niet in stamcellen. Gedacht werd dat genen een vaste plaats hebben, afgezien ten tijde van de celdeling. De onderzoekers kwamen er achter dat die cellen hun genen voortdurend herschikken terwijl ze diverse ontwikkelingssatdia doorlopen. Ze denken dat dit mechanisme de cel de mogelijkheid geeft zich aan te passen aan de omstandigheden en behoeftes.
Diverse types cellen schikken hun genen op hun eigen wijze. Dat zou nu voor het eerst zijn waargenomen. De onderzoekers, onder aanvoering van Takashi Nagano en Yaniv Lubling, maakten ‘kiekjes’ van de diverse genschikkingen.
Ze bekeken voor hun studie stuk voor stuk vierduizend muizenstamcellen. Het verzamelen van honderdduizenden stukjes informatie van een enkele cel schijnt nog een hele klus te zijn. De onderzoekers maakten daarbij gebruik van een technologie die Nagano in 2013 heeft ontwikkeld, de enkele cel-Hi-C. In combinatie met statistische analyses verkregen ze een vrij gedetaileerd beeld.

Rijpe cellen

“Veranderingen in genactiviteit kunnen grote gevolgen hebben voor de gezondheid en op de evolutie”, zegt medeonderzoeker Peter Fraser. “Het is nu duidelijk de genoomorganisatie daarbij een rol kan spelen en de effecten van een verandering van locatie zouden wel eens een bewegend doelwit kunnen zijn. Het is belangrijk te begrijpen hoe dat in elkaar steekt.”

De onderzoekers hebben nog voldoende uit te zoeken. De vraag is natuurlijk of die herschikking zich alleen bij differentiërende stamcellen voordoet of dat ook uitgerijpte cellen zich daarmee bezighouden en zo nog wat andere zaken.

Bron: EurekAlert