siRNA is goed gereedschap, nu nog de juiste bezorger erbij

Aaliyah Shodeinde

Aaliyah Shodeinde (afb: univ. van Texas)

Voortdurend worden er op het front van de DNA-bewerking en/of gensturing allerlei soms uiterst listige nieuwe manieren en therapieën bedacht, die dan vervolgens stuklopen op wat praktikaliteiten. Zo zouden korte interferentie-RNA-moleculen goede diensten kunnen bewijzen bij het regelen van de genexpressie (-activiteit) in cellen, maar hoe krijg je dat ‘gereedschap’ in de juiste cellen? Onderzoeksters van de universiteit van Texas denken een (deel)oplossing gevonden te hebben.
Er is een groep therapieën in ontwikkeling die gebruik maakt van synthetische kernzuren om bepaalde genen met een verkeerde genactiviteit te corrigeren of die kan voorkomen dat virussen de cellen van een organismen misbruiken. Daarbij worden die korte interferentie-RNA’s (in Engelse afko siRNA) gebruikt. Een van de grootste problemen daarbij is de methode om het gereedschap bij de juiste cellen te krijgen.
“Het menselijk lichaam is eigenlijk een probleem aangezien verschillende systemen ons beschermen tegen indringers”, zegt Aaliyah Shodeinde. “Als je synthetisch materiaal wil toedienen dan treedt vrijwel onmiddellijk de afweer ten strijde. Dus moet je iets hebben om siRNA te beschermen.” De onderzoeksters probeerden diverse nanodeeltjes uit, waarvan sommige effectief bleken in de bezorging van het siRNA-gereedschap aan cellen. Ze keken ook hoe die reageerden op prikkels uit de omgeving verandering van de zuurgraad zonder te worden afgebroken.

Er spelen veel zaken een rol bij het welslagen van zo’n ‘operatie’. Shodeinde: “Misschien vinden we het volmaakte systeem nooit aangezien je met zoveel factoren rekening moet houden. Wat wij hebben bereikt is dat we de zaken zo op elkaar hebben afgestemd om een oplossing te vinden.”
Met siRNA’s kun je van veel genen de genactiviteit (bij)sturen. Die moleculen richten zich op boodschapper-RNA en niet op de genen zelf. Bij veel ziektes worden er van bepaalde eiwitten te veel of juist te weinig aangemaakt. “SiRNA’s grijpen in voordat het eiwit wordt geproduceerd. We hopen daarmee de genexpressie beter te kunnen sturen”, zegt de onderzoekster.

Voortborduren

Het huidige werk borduurt op vorig werk van de Texaanse onderzoeksgroep in het Peppas-lab. Zo houden de onderzoeksters zich ook bezig met RNA-therapieën voor de bestrijding van kanker. Nu willen de onderzoeksters nog de gerichtheid van de bezorging verbeteren. Het is natuurlijk dat het siRNA alleen bij die cllen terecht komt waarvan de genexpressie niet deugt. Verschillende cellen hebben uit de aard van hun functies een afwijkende genexpressie, wat goed is voor longcellen is niet per se goed voor hersencellen (om maar wat voorbeeldern te noemen).

Bron: EurekAlert

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.