Bij beschadiging van het ruggenmerg voorkomt de groei van littekenweefsel (bindweefsel) dat de verbroken verbinding tussen zenuwcellen weer herstelt. Dat betekent als de schade ernstig is dat het slachtoffer verlamd raakt en blijft. De onderzoekers wilden de aangroei van dat (storende) bindweefsel afremmen en de aangroei van de axonen (uitlopers van zenuwcellen waarmee ze onderling contact maken) bevorderen.
Daartoe pookten ze de activiteit van twee in dit proces belangrijke genen op: VEGF en FGF2.. VEGF heeft effect op de bloedstroom bij verwondingen, ondersteunt de overleving van neuronen en stimuleert de groei van axonen. FGF2 is een zogeheten groeifactor die zenuwcellen helpt ontwikkelen.
“We hebben geen veranderingen in het menselijk DNA nodig”, zegt onderzoeker Albert Rizvavnov. “Mensen hebben beide genen al. We spuiten alleen kopieën van de actieve genen in, net boven en net onder de beschadiging. Daarmee veranderen we een deel van de zenuwcellen en ‘programmeren’ we die om ze versneld te laten groeien en herstellen.”
Bij ratten werd de schade opzettelijk aangebracht. Een groep van die ratten werd met de tweegentherapie behandeld een controlegroep niet. De controlegroep herstelde wel enigszins. De eerder verlamde achterpootjes konden na twee maanden weer bewegen, maar niet het lichaam dragen. De behandelde ratten, daarentegen, konden na twee maanden weer lopen op al hun vier onderdanen en de ratten hadden weer de controle over hun bewegingen.
Mesenchymatische stamcellen
Parallel met dat onderzoek deed een groep wetenschapsters rond Yana Moechmedijina van hetzelfde instituut proeven met zogeheten mesenchymatische stamcellen. “Wij hebben die stamcellen beproefd om ruggenmergbeschadigingen te behandelen. Beide resultaten zijn veelbelovend en we hebben aangetoond dat beschadigd ruggenmerg is te herstellen in grote dieren zoals varkens”, zegt de onderzoekster.
Hoewel mensen beide genen bezitten is het toch nog niet zeker of die behandeling bij mensen ook zo goed uitpakt, waarschuwen de onderzoekers. Bij de proefdieren werd gebruik gemaakt van ‘regelelementen’ (schrijft het persbericht) die mensen niet hebben. De invloed daarvan bij mensen is onbekend. Desalniettemin sturen ze aan op klinische proeven met mensen om de veiligheid van de methode te testen.
Bron: EurekAlert