Bouwstenen van DNA op meteorieten gevonden

Nucleobasen

De vijf nucleobasen die een belangrijk bestanddelen vormen van DNA en RNA (afb: Futura-Sciences)

Hoe het leven op aarde is ontstaan is al sinds mensenheugenis een grote vraag, waarbij we nog niet in de buurt van het antwoord zijn. Grofweg zou je twee brede stromingen bij de ‘levenzoekers’ kunnen aangeven: het leven is op aarde ontstaan of het leven kwam ‘aanwaaien’ uit de ruimte. Die laatste stroming is eigenlijk geen stroming, want die verlegt alleen maar het probleem (waar is leven dan ontstaan en hoe?). Het zou nu zijn gebleken dat belangrijke bestanddelen van RNA en DNA, de zogeheten nucleobasen, zijn aangetroffen op meteorieten die al vele jaren geleden op aarde zijn neergestort.
Om uit te maken of het leven of althans de basisingrediënten van leven op aarde zijn komen aanwaaien of dat dat hele wordingsproces op aarde heeft plaatsgevonden worden hemellichamen die op de aarde terechtkwamen nauwkeurig onderzocht op dergelijke ‘ingrediënten’. Daarbij wordt vooral gezocht naar verbindingen met koolstof, waterstof, zuurstof en stikstof, vier elementen die de hoofdmoot uitmaken van biologische moleculen. Zo bestaan de basen die onderdeel uitmaken van de bouwstenen (nucleotiden) van RNA en DNA louter uit die elementen.
Van de vijf basen die het bindende deel van DNA en RNA vormen zijn er drie al eens teruggevonden om meteorieten uit ons zonnestelsel: guanine, adenine en uracil.  Cytosine en thymine lieten zich net (her)kennen.

Nu melden onderzoekers dat op drie  koolstofrijke meteorieten die ontbrekende schakels zouden zijn gevonden. Het gaat om Murchinson die in 1969 in Australië terechtkwam, om Murray die in 1950 in Kentucky landde en Tagish Lake die in 2000 in Brits Columbia (Can) ter aarde kwam.

Waarom nu pas?

De grote vraag is natuurlijk waarom die basen nu pas op die meteorieten zijn gevonden. “Purines en pyrimidines kunnen buiten de aarde ontstaan zoals we hebben aangetoond”, zegt Yasuhiro Oba van de universiteit van Hokkaido. “Dan verwacht je een grote verscheidenheid van dergelijke moleculen in meteorieten te vinden.”
De onderzoekers denken dat het huidige onderzoek minder verwoestend is geweest dan voorgaande studies. Bij eerdere studies werden brokjes meteoriet in zeer hete mierenzuuroplossingen gegooid om de gezochte stoffen uit het gesteente te extraheren. Mierenzuur is een vrij agressieve verbinding voor de twee gezochte, ontbrekende nucleobasen, die minder robuust zijn dan de andere drie. Vandaar.

In het huidige onderzoek is gebruik gemaakt van zeer gevoelige vloeistofchromatografie, een techniek waarbij de verschillende stoffen in een monsters van elkaar worden gescheiden op grond van hun chemische eigenschappen. Die techniek werd gekoppeld aan een massaspectrometer, waarbij stoffen op massa van elkaar worden gescheiden. Aan de hand daarvan kun je achterhalen welke stoffen het monster heeft bevat, terwijl je geen gebruik hoeft te maken van agressieve chemicaliën.
Volgens de onderzoekers zijn de stoffen waarschijnlijk gevormd in het begin van het zonnestelsel, zo’n viermiljard jaar geleden. Hoe dan ook, die verbindingen hebben kunnen ontstaan in de ruimte (en dan maar hopen dat cytosine en thymine geen aardse ‘vervuiling’ van de proeven zijn; as), stellen de onderzoekers. Daarmee zou de hoop dat er elders leven in het heelal is weer wat ondersteuning hebben gekregen.

Bron: Futura-Sciences

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.