Autoimmuunziekten ontstaan door fout in ‘leerproces’ T-cellen (?)

B-cellen in zwezerik

Tot nu toe was duister wat die B-cellen (groen) in de zwezerik deden (afb: Jan Böttcher & Thomas Korn TU München)

Bepaalde afweercellen, T-cellen, moeten eerst leren wie of wat vriend of vijand zijn en niet het eigen systeem aanvallen. Dat ‘leerproces’ vindt plaats in de zwezerik ( ook wel thymus genoemd) met als ‘leraren’ epitheelcellen. Daar zijn, zo blijkt, B-cellen onmisbaar voor. Als daar iets fout gaat dan kan een autoimmuunziekte ontstaan waarbij afweercellen (onderdelen van) het eigen systeem aanvallen. Tenminste, dat zou zijn bewezen bij de immuunziekte neuromyelitis optica, een ziekte die lijkt op multipele sclerose.
De zwezerik is op jonge leeftijd een school voor T-cellen. Epitheelcellen presenteren voorlopers van de T-cellen een groot aantal lichaamseigen moleculen. Als zo’n voorlopercel reageert dan wordt die onklaar gemaakt (afgemaakt, dus). Dat is  zal ze leren.
In de zwezerik bevinden zich ook B-cellen, een ander type afweercellen. Die ontstaan in het beenmerg maar reizen in de peutertijd naar de zwezerik. “Welke functie die daar hebben is een raadsel waarmee de immunologie lang heeft geworsteld”, zegt Thomas Korn van de TU München. Die zijn bij dat leerproces echter van groot belang, zo hebben Korn en zijn collega’s aannemelijk gemaakt.

Neuromyelitis optica is een autoimmuunziekte die lijkt op MS, maar waarvan wel bekend is (anders dan bij MS) welke verbinding de ‘woede’ van de T-cellen veroorzaakt: het eiwit AQP4. Vaak worden bij die ziekte de oogzenuwen aangetast maar ook andere zenuwcellen.

B-cellen wezenlijk

De onderzoekers konden aannemelijk maken dat in de zwezerik van mensen en van muisjes niet alleen de epitheelcellen maar ook de B-cellen aan het leerproces deelnemen door aan de voorlopercellen lichaamseigen AQP4 (een aquaporine-eiwit) te tonen. Als de onderzoekers dat tegengingen in de dierproeven bleven de ‘foute’ voorlopercellen in leven en traden autoimmuunreacties op, ook als de epitheelcellen nog gewoon hun educatieve taken verrichtten. De activiteiten van de B-cellen zijn dus kennelijk wezenlijk voor dat leerproces, in ieder geval bij AQP4.

“We vermoeden dat dit tot nu toe onbekende proces er voor zorgt negatieve wisselwerkingen tussen autoreactieve T- en B-cellen in de lymfeklieren en in de milt, het zogeheten perifere immuuncompartiment, te voorkomen”, zegt medeonderzoeker Ludger Klein. Als het afweersysteem eenmaal ‘volgroeid’ is dan kan door communicatie tussen B- en T-cellen een uiterst effectieve afweer ontstaan.
Het is duidelijk dat ziekteverwekkers zo snel mogelijk onschadelijk moeten worden gemaakt. Dan kan het gebeuren dat de B-cellen AQP4 tonen aan de T-cellen. Als die dan niet uit het goede hout gesneden zijn, dus wanneerde foute T-cellen niet zijn verwijderd, kan het zijn dat die T-cellen AQP4 als vreemd en bedreigend aanmerken met alle nare gevolgen van dien.

De onderzoekers denken dat iets dergelijks ook gebeurt bij andere autoimmuunziektes, maar dat vergt uiteraard meer onderzoek. Korn: “Later zouden we dan ook kunnen onderzoeken of die wisselwerking in de zwezerik is te gebruiken om iets tegen autoimmuunziektes te doen.”

Bron: idw-online.de

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.