Howard Chang van Stanford en medeonderzoekers denken te weten hoe het kankercellen lukt om immuun te worden voor behandelingen hoe die uitzaaien: buitenchromosomaal DNA, stukjes DNA, die geen deel uitmaken van het genoom. Dat zou het kankeronderzoek drastisch veranderen, denkt Chang, maar dat is al zo vaak gezegd dat zo’n uitspraak zo langzamerhand nietszeggend (-voorspellend) is geworden.
Deze, zelfs door de normaal zo nuchtere Guardian zo genoemde, doorbraak maakt deel uit van het grote kankeronderzoeksprogramma in de VS en het Verenigd Koninkrijk. Dat heeft gezorgd voor de gelden voor onderzoek naar de rol van die buitenissige stukjes DNA in het kankerproces.
Dat die extrachromosomale stukjes DNA (ecDNA) bestonden was al langer bekend. Die zouden ontstaan doordat het DNA in de kankercellen niet langer de genetische protocollen van gezonde cellen volgen. Zo delen kankercellen als wilden.
Tot nu toe wordt/werd (?) altijd gedacht dat mutaties in het chromosomale DNA zorgden voor dat kankergedrag en veel behandelingen zijn ook op die ‘kankergenen’ gericht. Heel vaak werken die maar tijdelijk en komt de kanker weer terug.
“We ontdekten dat in de agressiefste vormen van kanker de oncogenen (kankergenen; as) niet zijn waar ze behoren te zijn”, zegt Paul Mischel van Stanford. Ze zitten op het extrachromsomale DNA.” Dat volgens Mischel kwetsbare gen zou gauw zijn ‘uitgetreden’ uit het chromosomale DNA en zijn desastreuze werk buiten het genoom blijven voortzetten.
Meesterbrein
EcDNA is niet zo maar een loslopende boef die onze gezondheid versjteerd maar een meesterbrein, stelt zijn collega van het Francis Crick-instituut in Londen Charlie Swanton. “Het kan geheel verdwijnen uit de tumor en terugkomen als de behandeling gestopt wordt. Dat geeft een bijna oneindige aanpasbaarheid.”
Toch denken onderzoekers de ec-truc te kunnen dwarsbomen. Als je eenmaal de oorzaak hebt dat weet je ook wat je moet bestrijden, is daarbij de optimistische gedachte.
Chang is het daar wel mee eens. “We zoeken nu naar de zwakke plek van ecDNA en hebben een eiwit in het vizier dat de zaak bij elkaar houdt. We hebben al een middel dat wat belooft en in de komende jaren proberen we meer uit om de beste manier te vinden ecDNA uit te schakelen en de kankervorming te stoppen. Dat neemt tijd, maar ik vertrouw er op dat we het zover zullen brengen.”
Bron: the Guardian