Tot nu toe hebben de onderzoekers 500 monsters van meer dan 25 kippensoorten in de vriezer. De cellen worden daar bewaard bij een temperatuur van -150°C en kunnen zo enkele tientallen jaren mee.
Het project begon met het genetisch veranderen van kippen, zodat die eieren van een andere kippensoort konden leggen. Dat werd gedaan door een gedeelte van het gen DDX4 te verwijderen. Dat gen is wezenlijk voor de vruchtbaarheid van de hen. Daarmee werd het ze onmogelijk gemaakt eigen eieren te produceren, maar waren ze wel in staat te fungeren als draagmoeders nadat stamcellen werden geïmplanteerd.
Stamcellen (?)
Hun reproductiesysteem werd daardoor gelijk aan dat van de stamcelleverancier. Zo staat het in het artikel in New Scientist. Ik neem aan dat het gaat om eicellen, want het verhaal gaat verder dat die ‘stamcellen’ kunstmatig wordt bevrucht door het injecteren van zaad van die zeldzame kippensoorten. Overigens ook projectleider Mike McGrew heeft het over stamcellen die in de vogelcellenbank zijn en nog worden opgeslagen. “We zijn begonnen met kippen, maar we willen dat ook doen met andere vogelsoorten.”
Hoe ‘rekbaar’ de techniek is is nog niet bekend. McGrew denkt dat de techniek met verwante soorten zoals eenden en ganzen misschien nog wel mogelijk is, maar dat een arend waarschijnlijk een brug te ver is.
Richard Broad van een organisatie die zich bekommert om met uitsterving bedreigde (onder)soorten vindt het idee interessant. “Je kan zo een genenbank hebben van zeldzame soorten als een soort genetische ark (van Noach; as). Het zou mooi zijn als er in elk land een was.”