Hoeveel genen heeft een mens? Zo’n 20 000 is nu de schatting. Is dat zo? Volgens die berekening is het overgrote deel van ons DNA ’troep’ en dat is het allesbehalve. Wat noemen we genen? Daar begint het probleem al. Biostatisticus Steven Salzberg van de Amerikaanse John Hopkins-universiteit is eens gaan tellen en komt op 46 831, waarvan er 21 036 coderen voor eiwitten. Daarbij moet wel gezegd worden dat hij de stukken die coderen voor RNA dat niet dient als mal voor eiwitten ook hebben meegeteld.

Goed. Als je het aantal genen wilt tellen op het genoom, moet je het natuurlijk wel eens zijn met je vakgenoten over wat genen dan wel zijn. Tot nu toe werd daarbij alleen gedacht aan stukken DNA die coderen voor RNA die de mal vormen voor de productie van een eiwit. Zelfs over het aantal eiwitproducerende genen zijn de geleerden het nog niet eens. De schattingen lopen uiteen van 19 901 tot 21 306. Dat laatste getal komt van de jongste schatting van Salzberg.
Als je de definitie uitbreidt naar niet-eiwitproducerende genen dan wordt het getal groter. Die RNA’s die geen eiwitten ‘produceren’ zijn allesbehalve onbelangrijk voor het produceren van de processen in de cel, dus het lijkt alleszins redelijk die dan ook mee te tellen.
Het lastige is dat waar het de eiwitcoderende genen betreft al niet mogelijk blijkt te zijn tot overeenstemming te komen over het aantal genen, dat met de uitbreiding van de definitie van het gen alleen maar waziger wordt. Salzberg kwam tot 25 525 ‘extra’ genen, waarvan 18 484 coderen voor lange niet-coderende RNA-moleculen. Voorlopig zullen we nog niet uitgeteld zijn want de jongste schatting houdt geen rekening met micro-RNA’s en andere pas ontdekte kleine RNA-moleculen. Zonder die aantallen komt de schatting van Salzberg dus al op 46 831 genen. Natuurlijk is er meteen kritiek op de schatting. Salzberg denkt dat het heel goed mogelijk is dat we het over tien jaar nog niet eens zijn over het precieze aantal. Wordt vervolgd, ongetwijfeld.

Bron: Science News