Kankercellen bij muisjes omgezet in onschuldige vetcellen

Kankercellen in vetcellen veranderd

Kankercellen (groen) en een gewone vetcel voor de behandeling. Na de behandeling veranderen veel kankercellen in vetcellen (rood+groen=bruin) (afb: univ. van Bazel)

Kankercellen zijn acrobaten. Ze kunnen zich soepel en flexibel makkelijk aanpassen aan de omstandigheden. Zo schijnen ze ook gevoelig te zijn voor transdifferentiëring, het zich omzetten in een ander type cel. Van die flexibiliteit hebben onderzoekers van de universiteit van Bazel gebruik gemaakt om bij muisjes (menselijke) borstkankercellen om te zetten in onschuldige vetcellen.
“De kankercellen differentieerden niet alleen in vetcellen, maar ze stopten ook met delen”, zegt onderzoeker Gerhard Christofori. De tumor zaaide ook niet meer uit. “Wat we kunnen zeggen op basis van langdurige celkweken is dat die vetcellen zich niet weer omvormen tot borstkankercellen”, voegt de onderzoeker daar aan toe.
Het proces waar de onderzoekers gebruik van maakten is de epitheelmesenchymovergang (mesenchym is embryonaal bindweefsel). Daarbij veranderen de cellen weer terug naar minder rijpe vormen. Die overgang is wezenlijk voor de embryonale ontwikkeling, waar cellen steeds verder rijpen, maar ook voor weefselherstel. Die overgang en de omgekeerde weg (mesenchymepitheelovergang) zouden het (mede) mogelijk maken dat kanker uitzaait.
In die overgangsfasen zijn cellen zeer gevoelig voor verandering en dat biedt een therapeutische mogelijkheid, bedachten de onderzoekers. Ze zadelden muisjes op met menselijke borstkankercellen. Als die muisjes een kankerremmer en een medicijn tegen suiker kregen, beide al goedgekeurd, dan veranderden de kankercellen in vetcellen. De middelen onderdrukten ook de groei van de primaire tumoren en voorkwamen uitzaaiingen.

Agressief

De onderzoekers concentreerden zich op een aantal zeer agressieve kankercellen die zich bevonden in de primaire tumor en omgeving. De cellen hadden hoogstwaarschijnlijk een epitheelmesenchymovergang achter de rug en waren omgezet in vetcellen. De rest van de kankercellen bleek niet meer in staat ongeremd te woekeren (groeien en delen).

De onderzoekers denken dat door deze behandeling de rest van overblijvende kankercellen vatbaarder is voor chemo. In verder onderzoek willen ze hun ‘overgangstherapie’ combineren met bestaande chemotherapieën om die hypothese te onderbouwen.

Bron: EurekAlert

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.