Groeifactor Fgf17 lijkt hersens oude muisjes te revitaliseren

oligodendrocyt

Een oligodendrocyt, een gliacel die voor de isolatie (myeline) van de uitlopers van hersencellen zorgt.

Hersen- en ruggenmergvocht van jonge muisjes (tien weken) in spuiten in de hersentjes van oude muisjes (zo’n 20 maanden oud) bleek het geheugen van de oudjes weer te revitaliseren. Dingen die ze aangeleerd hadden herinnerden ze zich ineens weer. In dit verhaal lijkt de groeifactor Fgf17 een sleutelrol te spelen naast de functies van bepaalde gliacellen (oligodendrocyten), verantwoordelijk voor myelineisolatie van uitlopers van zenuwcellen, zo ontdekten onderzoekers van, onder meer, de Standforduniversiteit onder aanvoering van Tony Wyss-Coray. Dat is nog niet meteen het begin van een geheugenpil voor mensen (waarschuw ik maar vast; as).
Onze hersens zwemmen in hersenvocht net als ons ruggenmerg is omgeven door een soortgelijke substantie. De hersentjes van oudere muisjes (die worden zelden ouder dan twee jaar) reageerden opmerkelijk op de inspuiting van ‘jong’ vocht. Dat ‘jonge’ hersenvocht zette voorlopercellen van zogeheten oligodendrocyten aan, een soort afweercellen in de hersens, tot rijping en vermeerdering, zo bleek de onderzoekers. Daarbij zou de transcriptiefactor SRF verantwoordelijk voor zijn, ontdekten ze. Dat eiwit is betrokken bij de vorming van het actinecelskelet.
Als mensen (en andere organismen) ouder worden, dan gaan allerlei functies achteruit, zo ook de aanmaak van SRF in die oligodendrocyten in met name in de hippocampus (verantwoordelijk voor, onder meer geheugenfuncties). Die route wordt weer ‘opgefrist’ door dat ‘jonge’ hersenvocht.

In dat jonge vocht zaten ‘aanjagers’ voor de aanmaak waarvan de onderzoekers Fgf17 als belangrijkste ‘dader’ konden aanmerken, want ook inspuiting van alleen die groeifactor gaf hetzelfde effect. Als je die groeifactor blokkeert in hersens van jonge muisjes, dan krijgen die moeilijkheden met allerlei vaardigheden zoals leren.

Aangeleerd

De inmiddels bejaarde muisjes was aangeleerd te schrikken van een geluid- of lichtsignaal. Gaandeweg vergaten ze die relatie en schrokken ze niet meer. Na inspuiting van het ‘jonge’ hersenvocht schrokken ze weer als vanouds.
Dat zou iets te maken kunnen hebben met het herstellen van de isolatielaag rond verbindingen tussen hersencellen (myeline), denken de onderzoekers.

Of deze ontdekking ook voor mensen geldt moet eerst nog maar uitgezocht worden. Hoewel muisjes vaak als proefdieren worden gebruikt is er geen een-op-een-relatie tussen hoe muisjes reageren en functioneren en hoe mensen dat doen.

Bron: De Standaard

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.