Volgens de Amerikaanse transfusiedeskundige Harvey Klein van de NIH in Bethseda zou het voor het eerst zijn dat dat is gelukt. Over de hele wereld zou er voortdurend een tekort zijn aan transfusiebloed. Bloedgroep A komt na bloedgroep 0 het meest voor: 32% tegen 41% (dat kan per land behoorlijk verschillen), dus werden er pogingen in het werk gesteld om A-cellen te ‘ontantigenen’.
Dat had maar een beperkt succes aangezien de enzymen die daartoe in staat zijn niet erg efficiënt waren. Na vier jaar sleutelen aan die enzymen besloot biochemicus Stephen Whithers van de universiteit van Brits Columbia (Can) eens bij darmbacteriën op zoek te gaan naar beter voor dit doel geschikte enzymen. Sommige daarvan ‘eten’ suiker/eiwit-combi’s, mucines genaamd, die de membranen van darmcellen bevolken. Die slijmachtige mucines lijken op de antigenen op de rode bloedlichaampjes. Vandaar hun belangstelling.
Uit menselijke poepmonsters werd DNA verzameld en geïsoleerd. Vervolgens werden stukjes daarvan ingevoegd in het DNA van E. coli-bacteriën om erachter te komen welke stukjes codeerden voor de mucine’etende’ enzymen met mogelijkheden voor de verwijdering van de A-celantigenen.
Niets
Eerst vonden de onderzoekers rond Whithers weinig bemoedigends, maar toen ze twee enzymen tegelijk probeerden bleken de antigenen te verdwijnen. Die enzymen deden dat ook in menselijk bloed. Ze kwamen oorspronkelijk, zo bleek, van de Flavonifractor plautii-bacterie. Voor de verwijdering van die antigenen heb je maar weinig van die enzymen nodig, ontdekten de onderzoekers.
Er zal nog wel moeten worden bewezen dat de A-antigenen ook echt weg zijn en heen last meer kunnen veroorzaken, zoals bij eerdere pogingen het geval bleek. Vooralsnog beperken de onderzoekers zich tot A-bloedcellen omdat die meer voorkomen dan B-bloedcellen
Bron: Science