Kandidaat-Alzheimermedicijnen werken niet

Beta-amyloïdeplaques

Beta-amyloïdeplaques (geel)

Het lijkt er op dat twee beloftevolle kandidaatmedicijnen voor Alzheimer niet werken. Het gaat om solanezumab, geproduceerd door Eli Lilly & Co, en om gantenerumab van Genentech, beide antilichamen. De middelen werden beproefd in klinische proeven in het kader van een internationaal evaluatieprogramma DIAN-TUA, waarbij mensen worden getest met  met een zeldzame, aangeboren genetische afwijking, waardoor ze op relatief jonge leeftijd Alzheimer krijgen. Hoewel de onderzoekers teleurgesteld zijn willen ze nog niet meteen de handdoek in de ring gooien. Het is mogelijk dat de gebruikte doseringen in de klinische proef niet deugden.
“Hoewel de eerste analyse aangeeft dat de middelen niet werken hebben de proeven ons wel meer geleerd over Alzheimer”, zegt hoofdonderzoeker Randall Bateman, directeur van DIAN-TU en verbonden aan de universiteit van Washington. “De opzet van de klinische proef helpt ons bij nieuwe Alzheimerproeven. Voortgaand onderzoek en klinische proeven brengen ons dichter bij het uiteindelijke doel om Alzheimer te stoppen. We gaan door tot we succes hebben.”
Beide antilichamen richten zich op het onschadelijk maken van de beta-amyloïdeplaques, een van de in het oog lopende kenmerken van de ziekte. Dat doen ze op verschillende manieren. De antilichamen zijn uitgeprobeerd bij ‘normalere’ vormen van Alzheimer. Proefpersonen kregen tot zeven jaar lang een van beide antilichamen toegediend.
“We zijn de moedige deelnemers dankbaar evenals hun familie en de onderzoekers voor hun toewijding”, zegt Daniel Skovronsky van Eli Lilly. “De resultaten weerspiegelen de grote problemen die we hebben bij het behandelen van Alzheimer. Als we een ding heb geleerd in meer dan dertig jaar Alzheimeronderzoek dan is het dat zelfs negatieve resultaten ons vooruithelpen.”

194 proefpersonen

Het ging om 194 proefpersonen die gedurende gemiddeld vijf jaar willekeurig een van beide kandidaatmedicijnen of een placebo kregen. Familieleden zonder dat gemuteerde ‘Alzheimergen’ werden ook bij het onderzoek betrokken. Gedurende de proef werden de toegediende doses verhoogd. Later dit jaar zullen er op bijeenkomsten in Wenen en Amsterdam een nauwkeuriger analyses worden gepresenteerd van de klinische proeven.

Het grote probleem bij het vinden van een adequate behandeling van Alzheimer is nog steeds dat niet bekend is hoe die ziekte ontstaat. De beta-amyloïdeophopingen en de tau-knopen die de ziekte kenmerken hoeven niet per se de oorzaak van de ziekte te zijn. Tot nu toe hebben middelen die zijn gericht op het terugdringen van de plaques weinig succes gehad. Er zijn al miljarden besteed aan de ontwikkeling van medicijnen, maar die hebben nog niet veel opgeleverd. Een farmaceutische gigant als Pfizer heeft het zelfs al opgegeven.
Dat is niet de algemene tendens. De ziekte verloopt altijd op dezelfde manier: beta-amyloïde hoopt zich op en tau-eiwitten raken verstrengeld en vervolgens sterven hersencellen. “Amyloide en tau definiëren de ziekte”, zegt Alzheimeronderzoeker Ronald Petersen. “Amyloïde niet aanpakken lijkt dan vreemd.” Ik zou zeggen dat dat niet zo vreemd is als beta-amyloïde ontstaat aan het eind van een ziekteproces. Dan ben je aan het dweilen met de kraan open.
Volgens Richard Hodes van het Amerikaanse instituut voor veroudering is het nog niet duidelijk of de antilichamen amyloïde opruimden. Er staan nieuwe klinische proeven op de rol met proefpersonen met andere zeldzame genetische afwijkingen, waarbij de medicijnen bij wijze van preventie al op jonge leeftijd worden toegediend. Hodes vindt dat bij Alzheimer ook naar andere aangrijpingspunten moet worden gekeken.

Voorlopig zijn de middelen die bij Alzheimerexperimenten op mensen worden beproefd om te zien of ze werken, zogeheten fase 3-proeven, nog voornamelijk anti-amyloïdemedicijnen. Fase 3-proeven vormen de laatste fase in de medicijnontwikkeling. Bij proeven in een eerdere fase, bijvoorbeeld dierproeven, is de overheersende positie van doelwit-amyloïde aanzienlijk kleiner. Hodes: “Van de 46 farmacologische proeven die er nu lopen hebben 30 een ander aangrijpingspunt dan amyloïde. We zijn ook onderweg naar andere mogelijke doelwitten.”
Het zou toch handig zijn als je weet hoe die ziekte ontstaat. Nu lijkt het zoeken naar een medicijn op het zoeken naar een cent in een verduisterde kamer.

Bronnen: New York Times, DIAN-TU

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.