Glioblastomen, ook gliomen genoemd, zijn tot nu toe ongeneesbare hersentumoren. Die kunnen niet operatief verwijderd worden omdat ze zich door de hersens verspreiden en chemotherapie werkt niet (goed). Onderzoeksters rond Pirjo Laakkonen van de universiteit van Helsinki denken nu de achilleshiel van deze hersenkanker gevonden te hebben: de membranen van lysosomen (celorgaantjes die de rommel in een cel opruimen).
Laakkonen en medeonderzoeksters hadden eerder al ontdekt dat de aanmaak van een klein vetzuurbindend eiwit (MDGI ook FABP3 genoemd) in glioomcellen hun mobiliteit vergroot en de prognose van een patiënt verslechtert. Laakkonen: “Uit ons huidige onderzoek blijkt dat glioomcellen afhankelijk zijn van de aanmaak van MDGI. Als de aanmaak geremd wordt dan sterven de tumorcellen.” Dat komt, zo bleek de onderzoekers, doordat de afwezigheid van dat eiwit instabiliteit veroorzaakt in de membranen van de lysosomen. Dat leidt weer tot lekkage, waardoor zuren en eiwitafbrekende enzymen in de cel terechtkomen met fatale afloop voor de cel.
Nadere bestudering leerde dat afwezigheid van MDGI de fosfolipidesamenstelling van het lysosoommembraan verandert. Het transport van linolzuur, een essentieel onverzadigd vetzuur, de cel raakt verstoord, waardoor de samenstelling van het lysosoommebraan verandert, waardoor die orgaantjes gaan lekken (dus).
Wezenlijke factor
Laakkonen: “MDGI is wezenlijk voor de structuur van het lysosoommebraan. Dit is het eerste gen dat gevonden is die die stabiliteit stuurt.” Wat deze vinding extra interessant maakt is dat het remmen van het MDGI-gen mogelijk is met middelen die de hersen/bloedbarrière kunnen passeren. Die barrière is bedoeld als extra bescherming voor onze precieuze hersens, maar maakt het ook lastig ziektes in dat orgaan te bestrijden met medicijnen. In hun onderzoek gebruikten Laakkonen en de haren het antihistaminicum clemastine dat, bijvoorbeeld, ook tegen hooikoorts wordt gebruikt.
In celkweken veroorzaakte clemastine al celdood bij glioomcellen bij concentraties waar gezonde cellen geen last van hebben. Bij proeven met muisjes bleek het anti-allergiemiddel effectief in het verminderen van de verspreiding en het vergrootte de overlevingskans van de diertjes. Bij de invasiefste hersenkanker bleek de hele tumor te verdwijnen, stellen de onderzoekers.
“Antihistaminica en andere medicijnen die de doorlaatbaarheid van lysosoommebranen vergroten kunnen we beschouwen als een extra behandeling van gliomen”, zegt de Finse onderzoekster heel bescheiden. Ik zeg er hier maar meteen weer bij dat de resultaten van dit onderzoek NIET betekenen dat de antihistamincumbehandeling binnenkort in de klinische kankerpraktijk zal worden toegepast. Klinische proeven moeten eerst nog uitsluitsel geven over de veiligheid en werkzaamheid van deze aanpak bij mensen.
Bron: Alpha Galileo