Van eenvijfde van onze genen is onbekend waarvoor ze dienen

DNAHet genoom van de mens zou in 2003 helemaal zijn uitgespeld, waarmee de blauwdruk van ons leven zou zijn geopenbaard, maar twintig jaar later weten we nog altijd van eenvijfde van de rond 20 000 genen niet waar ze voor dienen. Bovendien is van een groot deel van ons genoom, zo’n 95%, troep-DNA, waarvan niet (goed0 bekend is wat dat doet. Nu blijkt dat die troep zo nutteloos niet is. Onderzoekers noemen troep-DNA nu het onnoom (eigenlijk unknome). Hoe meer het genoom bestudeerd wordt hoe minder je ervan lijkt te kunnen begrijpen.
Kortom, 2003 markeert niet de voltooiing van een puzzel, maar het begin van een nieuwe speurtocht. Er is nog veel onbekend en het lijkt er op dat die zwarte gaten steeds groter worden, maar dat gebeurt natuurlijk ook als je met een mikroskoop een monster bekijkt met een grotere versterking. In feite zoom je (de onderzoekerster) steeds meer in. “Misschien staan we pas aan het begin” zegt Matthew Freeman van de universiteit van Oxford, co-auteur van het onderzoek.
De onderzoekers grasduinden door databanken met genetische informatie en vergeleken de genetische codes van vele soorten om de genen te achterhalen die min of meer op elkaar lijken. Dit zijn de door de evolutie heen bewaarde genen. Ook al weten we niet wat die doen, dan zouden ze toch belangrijk moeten zijn voor het in stand houden van de soorten, is de heersende mening.
Vervolgens keken ze naar wat bekend was van de functies van die kennelijk belangrijke genen (of eigenlijk de eiwitten waarvoor die genen coderen). Dat gebeurde allemaal overigens in een geautomatiseerd proces, want ten slotte is er wel wat bekend over het genetisch materiaal. Freeman: “Vervolgens vroegen we ons af hoeveel van die (bewaarde) genen een score hadden van minder dan 1. Dat betekent dat we daar haast niks van weten. Tot onze verrassing was dat na twintig jaar nog een uitzonderlijk getal.” Dat was voor het menselijk genoom 1723 op 19 664 genen. Onderzoekers blijken ook nogal vaak aan dezelfde genen te werken.

Vervolgens keken de onderzoekers naar het genoom van een van de meest bestudeerde beestjes: de fruitvlieg Drosophila melanogaster. Ze schakelden daarbij driehonderd genen uit die zowel in het genoom van mensen als fruitvliegjes voorkomen en een lage bekendheidsscore hebben.
Het bleek dat uitschakeling van een kwart van die onbekende genen voor de vliegjes dodelijk was. Nog eens een kwart veranderde het fenotype (de waarneembare eigenschappen) aanzienlijk. Die hadden te maken met vruchtbaarheid, ontwikkeling, beweging, weerstand tegen stress e.d. Freeman vindt het opmerkelijk dat zoveel belangrijke genen nog nauwelijks doorgrond worden.

Onnomie

De onderzoekers hebben al die onnomie nu in een databank gezet, ter raadpleging door andere onderzoekers. Geheel in de geest van de tijd willen ze die onbekende eiwitten eens laten besnuffelen door kunstmatige intelligentie.

Het is natuurlijk vreemd dat veel onderzoekers zich concentreren op een paar genen. Dat zou te maken kunnen hebben met de vrees voor het onbekende, maar waar is die wetenschappelijke nieuwsgierigheid dan gebleven? Of heeft die nooit bestaan? Freeman hoopt dat dit onderzoek een aanzet is de bestudering van het onbekende(re) deel van het (ons) genoom eens een kans te geven. Er is voor een onderzoeker nog een hoop te ontdekken, stelt hij.

Bron: Wired

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.