Het ging om een klinische proef om te kijken of CRISPR/Cas9 de ziekteveroorzakende mutatie kon rechtzetten. Voor deze oogziekte is geen oplossing. Lijders worden al jong blind. Het CRISPR-gereedschap, verpakt in een virus, werd direct in het oog gespoten in de buurt van de lichtgevoelige cellen in het netvlies. Met ondersteuning van twee bedrijven voert hij deze klinische proef uit, die de bescheiden codenaam Brillance heeft meegekregen. CRISPR moet de mutatie in het gen CEP290 repareren om de patiënt van zijn erfelijke aandoening af te helpen.
De kegeltjes in de staafjes zijn nog steeds aanwezig en in leven bij de LOA-patiënten, maar functioneren niet meer naar behoren. “We hopen dat we de cellen kunnen reactiveren”, zegt Pennesi. “Dit is een van de weinige (oog;as)ziektes waarbij je een verbetering kunt verwachten.” Eerder onderzoek had dat al aannemelijk gemaakt. Artur Cideciyan van de universiteit van Pennsylvania had, gesteund door een Nederlands bedrijf, de oogziekte proberen te repareren met sepofarsen. Die techniek maakt gebruik van de zogeheten antisenstherapie om het RNA dat gecodeerd is door het CEP290-gen te corrigeren. Cideciyan en de zijnen zagen inderdaad verbetering bij patiënten met Lebers opticusatrofie.
In vitro
Tot nu toe wordt de CRISPR-methode voornamelijk (of misschien wel uitsluitend) toegepast op op geïsoleerde cellen in glaswerk (in vitro). De overstap naar het volle leven (in vivo) zou een grote stap vooruit zijn. De technisch problemen en het veiligheidsaspect is veel groter dan bij in vitro-bewerkingen. Voordeel van de in vitro-behandeling is dat je alleen het genoom van cellen verandert waarvoor een mutatie een probleem oplevert. Je kunt daar dus veel gerichter mee bewerken dan met de in vivo-methode.
Bron: Nature