Met een lichtmicros-coop ben je beperkt door de kleinste golflengte van het zichtbare licht (de brekings- of diffractie-limiet). Die geeft de ondergrens aan van het oplossend vermogen van een lichtmicros-coop. Dat oplossend vermogen (resolutie) ligt op de helft van die golflengte (400 nm) en is, theoretisch, dus 200 nm (of je die resolutie haalt heeft ook iets met de gebruikte optiek te maken). Onderzoekers van het Wyss-instituut van de Harvard-universiteit hebben een truc bedacht om die ondergrens te doorbreken. Met behulp van stukjes DNA waaraan fluorescerende ‘vlaggen’ waren gehangen konden ze de fijne details in een cel laten zien met een resolutie van 10 nm.
De truc van de onderzoekers is vrij simpel. Je maakt stukjes DNA met een bepaalde basevolgorde en hangt die aan een antilichaam, dat zich specifiek hecht aan bepaalde onderdelen van de cel (bijvoorbeeld de microtubuli of mitochondriën). Vervolgens laat je complementaire stukjes DNA met een fluorescente ‘vlag’ in de cel. Als die stukjes hun ‘partner’ vinden, gaat de ‘vlag’ knipperen (wapperen, had ik moeten zeggen, maar dan met licht).
Zo kun je de structuur van een cel zichtbaar maken. Deze truc is niet alleen bedoeld om scherpere beelden met een lichtmicroscoop te krijgen, maar ook uitermate geschikt als onderzoekshulpmiddel. “Als je de fysiologie van een ziekte op celniveau wil bekijken, dan wil je zien hoe de moleculen reageren en dan is het belangrijk ze in hun eigen omgeving te zien”, zegt onderzoeker Peng Yin van het Wyss-instituut.
“Het mooie van DNA is”, zegt Yin, “is zijn verbazingwekkende programmeerbaarheid. We gebruiken die om moleculen te laten knipperen. Daarmee zien we dingen die voorheen ontzichtbaar waren (met een lichtmicroscoop; as).”
Bron: Wired