Kankeronderzoek kent vele ‘doorbraken’

T-cellen vallen kankercel aan

Twee T-cellen vallen een kankercel aan (foto: Science)

Op het gebied van kankeronderzoek vallen bijna dagelijks ‘doorbraken’ te melden. Met de gedachte in het achterhoofd dat de strijd tegen kanker verre van gestreden is (laat staan gewonnen) moet daar veel ‘verkooppraat’ bij zitten en dat maakt me wat kopschuw als er weer zo’n ‘doorbraak’ wordt gemeld. Vaak is er sprake van een stofje dat voorkomt dat het afweersysteem optreedt tegen de woekercellen. Dat is namelijk de belangrijke troef die kankercellen in ‘handen’ hebben. Veel therapieën in wording richten zich dan ook op de ‘revitalisering’ van het afweersysteem. Het blijkt echter dat die aanpak slechts bij sommige patiënten effect heeft en bij nog minder kankersoorten. Kanker lijkt een veelkoppig monster dat zich niet zo maar laat verslaan door het afhakken van een van die vele koppen. Nu zou het blad Nature weer eens artikelen bevatten over een nieuw soort immunotherapie, waarmee nieuwe kankersoorten zou worden aangepakt. Ook zou kunnen worden aangegeven of patiënten gevoelig zijn voor die therapie of niet.

“Als eenheid vullen die artikelen vele gaten in ons begrip van kanker”, zegt Jedd Wolchok van het Memorial Sloan Ketteringkankercentrum in New York, die niet bij die studies is betrokken. Kankercellen kunnen voorkomen dat afweercellen (T-cellen) in actie komen door twee oppervlaktereceptoren (CTLA4 en PD-1) op de T-cellen te activeren. Door CTLA4 en PD-1 (PD is de Engelse afkorting voor geprogrammeerde celdood) te blokkeren met antilichamen worden de cellen weer actief. De werking bleek effectief in klinische proeven. Wolchok: “Wat we zien is een beheersing van de ziekte op lange termijn. De patiënten leven lang genoeg om ergens anders aan dood te gaan.” De onderzoekers zijn enigszins bevreesd voor het woord ‘genezing’, maar deze therapie zou kanker hanteerbaar maken zoals hiv-besmetting of suikerziekte. De onderzoekers noemen hun wapens, de antilichamen, in deze therapie ‘controlepostremmers’.
Vooralsnog is de aanpak werkzaam gebleken bij leverkanker, huidkanker en longkanker en het bleek dat meestal minder dan de helft van de kankerpatiënten baat had bij de therapie. In een van de nieuwe onderzoeken, geleid door Thomas Powles van de Queen Mary-universiteit in Londen, werd een nieuw antilichaam getest in een lastig te behandelen vorm van blaaskanker dat is ontwikkeld door het bedrijf Genentech. In plaats van dat dat antilichaam PD-1 blokkeert, maakt het nieuwe middel PD-L1 onklaar, een eiwit dat kankercellen en ook andere cellen produceren om PD-1 te stimuleren T-cellen uit te schakelen. Uit dit onderzoek, betaald door Genentech, zou zijn gebleken dat de woekeringen in de blaas in 26% van de patiënten krompen. Al 25 jaar waren er geen vorderingen gemaakt bij de behandeling van dit kankertype. In een ander onderzoek, ook door Genentech gefinancierd, testten Roy Herbst van de Yale-universiteit en medeonderzoekers het antilichaam bij andere typen ongeneeslijke of moeilijk geneesbare kankersoorten. Volgens Herbst zouden door de behandeling met dat antilichaam tumoren kleiner zijn geworden. Dan hebben we het onder meer over longkanker, hoofd- en nekkanker en huidkanker (melanoom). Volgens deskundigen, niet bij het onderzoek betrokken, is het opmerkelijk dat een enkel medicijn zo’n effect heeft op diverse typen kanker. Voor we hoera gaan roepen moet ook hier worden opgemerkt dat minder dan eenvijfde van het aantal patiënten baat had bij de behandeling met het nieuwe antilichaam. Herbst: “Het is een raadsel waarom dat bij de een werkt en bij de ander niet.” De  onderzoekers zijn op zoek gegaan en vonden, mogelijk, een verklaring. De mate van de productie van PD-L1 door, waarschijnlijk, de afweercellen die de tumor infiltreren, zou daar mee te maken kunnen hebben. Hoe dat nu weer zit is ook niet duidelijk (de kankercellen zouden ze daartoe kunnen hebben aangezet), maar het lijkt er op dat als afweercellen dat eiwit in overvloed aanmaken, de patiënt meer baat heeft bij de behandeling.

In een derde artikel van Antoni Ribas van de universiteit van Californië in Los Angeles c.s werd de werking van een ander biomolecuul getest, dat zou helpen bij het ‘weer tot leven wekken’ van afweercellen. Na tumorweefsels van 46 patiënten met huidkanker te hebben behandeld met een PD-1-blokkerend antilichaam, bleken de T-cellen volop actief te zijn aan de randen van de woekering. Vervolgens controleerden de onderzoekers de weefselmonsters van andere melanoompatiënten en probeerden te voorspellen of de behandeling zou werken of niet. Het bleek dat ze in 13 van de 15 gevallen de uitkomst goed hadden voorspeld. “Het aantal actieve T-cellen in tumoren zou een goede aanwijzing zijn of de behandeling aanslaat of niet”, stelt Ribas. Mogelijk dat een combinatie met andere therapieën de effectiviteit van deze immunotherapie kan verbeteren, denken de onderzoekers. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Bron: Science

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.